This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat weet ik van de tijd van burgers en stoommachines?
Slide 2 - Mind map
Oorzaken
Gevolgen
Industriële revolutie
Agrarische revolutie
Fabrieken
Stijgende vraag naar kleding
Dichtbevolkte steden
Bevolkingsgroei
Investeringen
Uitvindingen
massa- productie
Slide 3 - Drag question
Welke begrip(pen) hoort (horen) bij dit tijdvak ? (meerder antwoorden mogelijk)
A
Opkomst arbeider
B
Emancipatie
C
Industrialisatie
D
Opkomst nationalisme
Slide 4 - Quiz
Wat was de Spinning Jenny?
A
een nieuw type machine waardoor het aan elkaar naaien van lappen stof automatisch gaat
B
een schietspoel waardoor het weven veel sneller ging
C
een machine die veel draden tegelijk kon spinnen
D
een door rivierwater aangedreven constructie die machines in een fabriek in beweging kon zetten
Slide 5 - Quiz
Wanneer begon de industriële revolutie ongeveer?
A
1800
B
1750
C
1700
D
1850
Slide 6 - Quiz
In welk land begon die industriële revolutie?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 7 - Quiz
De tijd van 1800 tot 1900 noemen we:
A
De tijd van burgers en stoommachines
B
De tijd van regenten en vorsten
C
De tijd van de wereldoorlogen
D
De tijd van pruiken en revoluties
Slide 8 - Quiz
Tussen 1800 en 1900 ontstaat er een nieuwe samenleving. Hoe noemen we die nieuwe samenleving?
A
de agrarische maatschappij
B
de agrarisch stedelijke samenleving
C
de post-agrarische samenleving
D
de industriële samenleving
Slide 9 - Quiz
Lees 9.1 Noem drie oorzaken van de industriële revolutie
Slide 10 - Open question
Om over na te denken: is de industriële revolutie een vooruitgang? 1. Noem een reden waarom de industriële revolutie als een vooruitgang gezien kan worden. 2. Geef twee redenen waarom je daar aan kunt twijfelen