Thema 9: regeling

Thema 9: Regeling
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 9: Regeling

Slide 1 - Slide

Zenuwstelsel
  • Het centrale zenwustelsel: grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam en ruggenmerg
  • Zenuwen

Slide 2 - Slide

Functie zenuwstelsel
  • Het verwerken van impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.

      In zintuigcellen ontstaan impulsen onder invloed van prikkels

  • Regelen van de werking van spieren en klieren

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Prikkels

Adequate prikkels: een zintuig is gevoelig voor 1 soort prikkel.

bv. de ogen zijn gevoelig voor licht en niet voor geluid


Gewennig: je kan wennen aan prikkels doordat die langer aanblijven.

bv. je loopt een ruimte in waar het niet lekker ruikt, na een minuut of 5 ruik je dat niet meer

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Een zenuwcel

1. Korte uitloper

2. Cellichaam

3. Celkern

4. Lange uitloper

5. Bindweefsel

6. Synaps

Slide 7 - Slide

Typen zenuwcellen

Slide 8 - Slide

Gevoelszenuwcel

Impuls loopt van een zintuig naar het centrale zenuwstelsel

Het cellichaam ligt net buiten het centrale zenuwstelsel

Slide 9 - Slide

Schakelcel

Impulsen in het centrale zenuwstelsel

De cel ligt in het geheel in het centrale zenuwstelsel

Slide 10 - Slide

Bewegingszenuwcel

Impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren

Het cellichaam ligt in het centrale zenuwstelsel

Het aansturen van spieren en klieren

Slide 11 - Slide

Zenuw

Een bundel uitlopers van zenuwcellen

Zenuwen verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

  • weefsels en organen uit hoofd en hals zijn verbinden met de hersenstam
  • weefsels en organen uit de romp en ledematen zijn verbonden met het ruggenmerg

Slide 12 - Slide

3 typen zenuwen
  • Gevoelszenuwen: uitlopers van gevoelszenuwcellen
  • Bewegingszenuwen: uitlopers van bewegingszenuwcellen
  • Gemengde zenuw: uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen

Slide 13 - Slide



Witte stof in de schors; hierin lopen de uitlopers van de schakelcellen van en naar de hersenen
Grijze stof in het merg: hierin liggen de cellichamen van de schakelcellen en de cellichamen van de bewegingszenuwcellen

Slide 14 - Slide

Ruggenmerg
  • Witte stof in de schors; hierin lopen de uitlopers van de schakelcellen van en naar de hersenen


  • Grijze stof in het merg: hierin liggen de cellichamen van de schakelcellen en de cellichamen van de bewegingszenuwcellen

Slide 15 - Slide

Functie ruggenmerg
  • Het geleiden van impulsen van zenuwen van romp en ledematen naar de hersenen en omgekeerd
  • Het geleiden van impulsen in reflexbogen  van romp en ledematen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

                     De hersenen

Grote hersenen


Kleine hersenen


Hersenstam

Slide 19 - Slide


Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren

Slide 20 - Slide

Hormonen
  • Hormonen zijn alleen werkzaam voor organen die er gevoelig voor zijn.
  • Hormonen regelen vooral langzame, langdurige processen
  • Hormonen zijn o.a. van invloed op de groei en ontwikkeling, de stofwisseling en de voortplanting

Slide 21 - Slide

hormoonklieren
hormonen

Slide 22 - Slide

Hormoonklieren
Hormoonklier
maakt hormonen.

Heeft geen afvoerbuis: geeft hormonen af aan het bloed

Slide 23 - Slide



Ligging van
 hormoonklieren
bij ons
Ligging van de hormoonklieren 


Regelen:
Groei
Ontwikkeling
Voortplanting
Stofwisseling

Slide 24 - Slide

Hormonen
hypofyse - groeihormoon (en activeert andere  hormoonklieren)
schildklier - schildklierhormoon
bijnieren - adrenaline
eilandjes van Langerhans - glucose en insuline
teelballen - mannelijk geslachtshormoon
eierstokken - vrouwelijk geslachtshormoon
De hormoonklieren

Slide 25 - Slide

Hypofyse stuurt ook andere hormoonklieren aan

Slide 26 - Slide

Eilandjes van Langerhans

Productie van Insuline en Glucagon

Functie: Het constant houden van het glucose (suiker) gehalte van het bloed

Insuline zet glucose om in glycogeen (opslag in lever en spieren)

Glucagon zet glucogeen om in glucose (bevindt zich in het bloed)

Slide 27 - Slide

Suikerziekte

Er wordt te weinig insuline gemaakt, waardoot het glucosegehalte in het bloed te hoog wordt

Patient heeft glucose in de urine (dit is normaal niet zo)

type 1: geen aanmaak van eigen insuline ( altijd insuline )

type 2:  maakt de alvleesklier nog insuline maar dit is te weinig of deze werkt niet goed ( bij overgewicht )

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Bijnieren

Productie van Adrenaline

Adrenaline komt vrij bij woede, angst en schrik

Het heeft een korte, snele en kortdurende werking

Het glucosegehalte van het bloed stijgt

Hartslag en ademhaling worden versneld

Slide 30 - Slide



Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video