Assisteren in de gezondheidszorg blok 1 en 2

Assisteren in de gezondheidszorg

Keuzevak Zorg en Welzijn


blok 1
in het gezondheidscentrum
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Assisteren in de gezondheidszorg

Keuzevak Zorg en Welzijn


blok 1
in het gezondheidscentrum

Slide 1 - Slide

Doelstellingen blok 1


Je kunt de volgende begrippen uitleggen en er voorbeelden bij geven:
  • Eerste lijn zorg en Tweede lijn zorg
  • intra-, extra-, trans- en semimurale zorg 
  • professionele zorg, mantelzorg 
  • curatieve, preventieve en palliatieve zorg

Slide 2 - Slide

Schrijf zoveel mogelijk zorgverleners op!

Slide 3 - Mind map

1e lijns zorg
2e lijnszorg
huisarts
chirurg
Tandarts
fysiotherapeut
orthopeed
maatschappelijk werker
dermatoloog
apotheker
keel-, neus-, oorarts
apotheker
orthodontist
mondhygiënist
gynaecoloog
internist

Slide 4 - Drag question

Intramurale zorg
Tweedelijnszorg
Eerstelijnszorg
Extramurale zorg
Zorg die direct toegankelijk is, zoals die van de huisarts.
Zorg die buiten de muren van de instelling plaatsvindt.
Zorg waar de patiënt een verwijzing voor nodig heeft.
Zorg die binnen de muren van de instelling plaatsvindt.

Slide 5 - Drag question

Intramurale zorg

Zorg die binnen de muren van een instelling. Bijv. ziekenhuis, verpleeghuis, verzorgingshuis, een psychiatrische kliniek of een instelling voor verstandelijk gehandicapten.
Extramurale zorg

Zorg buiten de muren van een instelling bijv. huisartsen, specialisten die niet in een ziekenhuis werken , verloskundigen, fysiotherapeuten, thuiszorg en ambulancevervoer.

Slide 6 - Slide

Professionele zorg
  
Zorg verleend door een professionele zorgverlener: iemand die hier speciaal voor is opgeleid.
Mantelzorg

Zorg door en voor familieleden of vrienden 

Slide 7 - Slide

Transmurale zorg

Combinatie van zorg thuis en zorg in een instelling, bijv: een patiënt met kanker krijgt thuis een chemokuur krijgt in plaats van in het ziekenhuis.
Semimurale zorg

Zorg die tussen intramurale en extramurale zorg in zit, bijv: dagbesteding voor verstandelijk gehandicapte- of lichamelijk gehandicapte mensen

Slide 8 - Slide

Palliatieve zorg
Curatieve zorg
Preventieve zorg
Gericht op verlichting van pijn in de laatste levensfase
Gericht op genezing van de patiënt in iedere levensfase
Gericht op het gezond houden van patiënten en niet-patiënten.

Slide 9 - Drag question

Even herhalen blok 0 en 1
Je kunt de volgende begrippen uitleggen en er voorbeelden bij geven:
Eerste lijn zorg en Tweede lijn zorg
intra-, extra-, trans- en semimurale zorg
professionele zorg, mantelzorg
curatieve, preventieve en palliatieve zorg

Slide 10 - Slide

Assisteren in de gezondheidszorg

Keuzevak Zorg en Welzijn


blok 2
Bij de balie

Slide 11 - Slide

Doelstellingen blok 2


Je kunt de volgende begrippen uitleggen, er voorbeelden bij geven en toepassen:
  • open en gesloten vragen
  • verbale en non-verbale communicatie 
  • bijzaken en hoofdzaken
  • doorvragen en samenvatten
  • (telefoon)notities maken

Slide 12 - Slide

Wat weet je over Communicatie?

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Video

welke twee soorten communicatie heb je?
verbaal & nonverbaal

Slide 15 - Slide

Communiceren

Verbale communicatie: met woorden

Non-verbale communicatie: houding, gezichtsuitdrukking


Goed communiceren is een voorwaarde om goede zorg te kunnen bieden !

Feedback: weten of je boodschap over is gekomen

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

spelletje?
HINTS

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Wat gaat er niet goed in dit gesprek?

Slide 22 - Open question

Verbale commmunicatie
Non-verbale communicatie
boek (lezen)
schouders ophalen
wenkbrauwen optrekken
WhatsAppen
vinger opsteken
telefoneren
brief schrijven
podcast luisteren
tong uitsteken
scheel kijken

Slide 23 - Drag question

Communicatie
Gesloten vragen: kort antwoord bv
Komt u voor een afspraak? of Wat drinkt u in de koffie? 

Open vragen: zelf een antwoord geven, bv. Wat is er gebeurd?


Slide 24 - Slide

Communicatie
Doorvragen : Kunt u uitleggen waarom u dat vindt?

Samenvatten : Klopt het dat ....... of ik begrijp dat u graag op korte termijn een afspraak met de huisarts wilt maken over u klachten aan uw been.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Benoem wat goed gaat in dit gesprek

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Notitie maken
Hoofdzaken : wat is belangrijk?
Bijzaken : wat wordt er extra verteld?
Objectief : Feiten
Subjectief : Meningen

Slide 40 - Slide

Een patiënt met een gebroken heup vertelt dat hij de trap niet op kan.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 41 - Quiz

Een patiënt met een gebroken heup vertelt dat hij het ziekenhuis vervelend
vond.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 42 - Quiz

Een patiënt met griep vertelt dat hij zo’n vervelende loopneus heeft.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 43 - Quiz

Een patiënt met griep vertelt dat hij 41 graden koorts heeft.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 44 - Quiz

Een vrouw vertelt dat haar moeder van 90 jaar gevallen is.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 45 - Quiz

Een vrouw vertelt dat haar dochter van 18 jaar vaak valt bij het snowboarden.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 46 - Quiz