L2 KB Verbanden + leesvaardigheid

NE mondeling les 2 leesvaardigheid
VMBO 4
D. Bosma
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

NE mondeling les 2 leesvaardigheid
VMBO 4
D. Bosma

Slide 1 - Slide

Onderwerp van een tekst
  • Beschrijft in één woord of in enkele woorden waarover een tekst gaat.
  • Soms meerkeuze
  • Soms zelf onderwerp opschrijven

Slide 2 - Slide

Hoofdgedachte van de tekst
  • Wat zegt de schrijver over het onderwerp?
  • Bekijk de titel.
  • Lees de eerste alinea.
  • Lees de kernzinnen van de alinea's.
  • Lees het slot.

Slide 3 - Slide

Schrijfdoelen
De schrijver heeft een bedoeling met zijn tekst.
  • Informeren;
  • Instructie geven;
  • Overtuigen;
  • Activeren;
  • Amuseren (vermaken);
  • Gevoelens oproepen.

Slide 4 - Slide

Tekstsoort en doelen
Nieuwsbericht -> informeren
Recept -> instructie geven
Ingezonden brief -> overtuigen
Reclametekst -> activeren
Stripverhaal -> amuseren
Gedicht -> gevoelens oproepen

Slide 5 - Slide

Functie van een afbeelding
  • Trekken van aandacht.
  • Voegt nieuwe informatie toe.
  • Nodig om de tekst beter te begrijpen.
VMBO 4

Slide 6 - Slide

Functie van een inleiding
  • Onderwerp van de tekst introduceren.
  • Aandacht trekken
  • Stellen van een vraag
  • Mening van de schrijver
  • Iets over opbouw tekst vertellen
  • Leuk kort verhaaltje
VMBO 4

Slide 7 - Slide

Functie van een slot
Let op: hoofdgedachte van de tekst staat vaak in het slot.
  • Conclusie geven.
  • Samenvatting geven van de tekst.
  • Advies geven.
  • Waarschuwing geven.
  • Oproep doen
  • Toekomstverwachting
Antwoord op vraag uit inleiding
VMBO 4

Slide 8 - Slide

Signaalwoorden
  • Het is handig om de signaalwoorden uit je hoofd te leren.
  • Je herkent dan de verbanden van de tekst.

Slide 9 - Slide

Signaalwoorden

Slide 10 - Slide

Welk signaalwoord hoort bij

Opsomming
A
Ten slotte
B
Echter
C
Net zo als
D
Dus

Slide 11 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij

Voorbeeld
A
Daarna
B
Zoals
C
Net zo als
D
Dus

Slide 12 - Quiz

Welk verband staat in dit stukje tekst?

Het thuisonderwijs is over het algemeen goed gegaan, daarentegen zijn er wel leerlingen met achterstanden.
A
Chronologie
B
Vergelijking
C
Doel - Middel
D
Tegenstelling

Slide 13 - Quiz

Welk verband staat in dit stukje tekst?

Deze leerlingen waren over het algemeen minder vaak online aanwezig bij de lessen, dan de andere leerlingen.
A
Chronologie
B
Vergelijking
C
Doel - Middel
D
Tegenstelling

Slide 14 - Quiz

Welk verband staat in dit stukje tekst?

Daardoor misten ze lesstof en kwamen ze niet opdagen voor online toetsmomenten.
A
Voorwaarde
B
Vergelijking
C
Doel - Middel
D
Oorzaak - gevolg

Slide 15 - Quiz

Welk signaalwoord hoort niet bij het tekstverband:

Opsomming
A
daardoor
B
Ook
C
en
D
bovendien

Slide 16 - Quiz

Welk signaalwoord hoort niet bij het tekstverband:

Conclusie
A
Kortom
B
Dat betekent
C
Tevens
D
Dus

Slide 17 - Quiz

Welk signaalwoord hoort niet bij het tekstverband:

Tegenstelling
A
maar
B
echter
C
hoewel
D
indien

Slide 18 - Quiz

Opsomming
Tegenstelling
Oorzaak - Gevolg
Voorbeeld
Vergelijking
Voorwaarde
Overig
echter
dus
daardoor
neem nou
meer dan
indien
hoewel
ook

Slide 19 - Drag question

Aan de slag
BB: maken werkboek opdr. 2 t/m 5 
KB: maken werkboek opdr. 1 t/m 4 

LET OP: zoek de betekenis van woorden op in het woordenboek! Dit kan in het voorbereidingslokaal ook alleen in een woordenboek i.p.v. een telefoon.
VMBO 4

Slide 20 - Slide