Gebruik: Als je vertelt WAT er gebeurd is. Het is niet belangrijk is wie de actie heeft gedaan/uitgevoerd. Bij een passieve zin ligt de nadruk op de actie, dus een voorbeeld zou zijn; The offices are cleaned every day (by.... NIET BELANGRIJK en overduidelijk door de schoonmakers) . Het is dus duidelijk en onbelangrijk om dit apart te vermelden.
Bij een actieve zin (het tegenovergestelde) wil je juist wel benoemen wie de actie heeft uitgevoerd. Het is van belang of anders onbekend voor de lezer van de zin.
PASSIEF: A letter was sent to the students. (Je moet weten door wie om de juiste brief te zoeken!)
De juiste en actieve zin is dan in de ACTIE(f)ve vorm: The Manager sent a letter to the students.