toets kernconcepten MAW

• Maatschappijwetenschappen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Welk begrip past het beste bij de inburgeringscursus?

Welk begrip past het beste bij de inburgeringscursus?

1. Enculturatie
2. Acculturatie
3. Tegencultuur
4. Socialisatie

Het gaat hier om een specifieke vorm van socialisatie, namelijk acculturatie. Mensen die een inburgeringscursus doen zijn zijn bezig met het aanleren en het verwerven van een nieuwe cultuur.

Geef de definitie van het kernconcept identiteit.

het gebruik van anticonceptie past bij het kernconcept...

1. democratisering
2. rationalisering
3. individualisering
4. verandering

Wat houdt het kernconcept ideologie in?

Geef voorbeelden van politieke instituties rondom Prinsjesdag.

De overheid moet veiligheid bevorderen, openbare orde handhaven en de democratische rechtsorde verdedigingen. De nadruk ligt op rechtshandhaving. Individuen die de regels overtreden, moeten bestraft worden: eigen verantwoordelijkheid is een belangrijke waarde, maar die kent wel (juridische) grenzen.
Welke ideologie herken je?

1. Liberalisme
2. Socialisme/sociaaldemocratie
3. Confessionalisme

Uit welke componenten bestaat het kernconcept macht

Politieke binding

Sociale binding

Gewelds- en belastingmonopolie

Sociale cohesie

Macht

Onder het hoofdconcept vorming vallen (politieke) socialisatie, acculturatie, identiteit, cultuur en ...

1. binding
2. sociale cohesie
3. groepsvorming
4. ideologie

Noem de 3 soorten van sociale ongelijkheid.

13.5
Wat houd het begrip globalisering in?

1. Macht die als legitiem wordt beschouwd.
2. De institutionalisering van politieke macht tot een staat.
3. Het proces van uitbreiding en intensivering van contacten en afhankelijkheden over zeer grote afstanden en landsgrenzen heen.
4. De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties door één of enkele betrokkenen die namens de groep optreden.

KERNCONCEPT Rationalisering (1)

Het proces van het                  en systematiseren van de werkelijkheid met de bedoeling haar                           en beheersbaar te maken en van het                        inzetten van middelen om zo efficiënt en                 mogelijke resultaten te bereiken.

            ordenen

            effectief

        voorspelbaar

          doelgericht

Wat past NIET bij christendemocraten

1. zorgzame samenleving
2. conservatief
3. progressief
4. rentmeesterschap

Welk kernconcept herken je in deze afbeelding?

Representatie heeft in het volgende voorbeeld betrekking op:
De meeste politici in de Tweede Kamer zijn hoogopgeleid.

1. achtergrondkenmerken
2. standpunten
3. besluiten
4. alle voorgaande antwoorden

kostwinnaarsgezin

Verzuiling

secularisatie

individualisering

egalitair gezin

sociale institutie

tot jaren '60

onderhandelingshuishouden

rationalisering

bevelshuishouding

jaren 60-80

Er bestaan allemaal groepen die macht hebben. De macht wordt gespreid

1. Pluralismetheorie
2. Sociale ongelijkheidstheorie
3. Democratiseringstheorie
4. Machtselitetheorie

Conflict

model

Harmonie

model

Overleg

Demonstraties

Poldermodel

Consensus

Strijd

Stakingen

Affectieve binding

Cognitieve binding

Economische binding

Politieke binding

Een kind hoort van haar vader dat hij van haar houdt.

Je ontvangt salaris bij de Jumbo.

Een vrouw is lid van de VVD.

Mensen werken niet alleen voor het geld, maar ook voor de sociale contacten.

Een moeder leert haar kind tot 10 tellen.

Een stagiair loopt stage, maar krijgt geen stagevergoeding.

Je krijgt zakgeld van je ouders.

Je moet naar het ziekenhuis.

Sociale mobiliteit

Sociale stratificatie

Positieverwerving

Positietoewijzing

Maatschappelijke oorzaken waardoor een persoon in een bepaalde positie terechtkomt.

De mogelijkheid van individuen om verandering aan te brengen in hun maatschappelijke positie

Het verkrijgen van een maatschappelijke positie door de eigen bijdrage van een persoon .

Een verdeling van de maatschappij in groepen, waartussen sociale ongelijkheid bestaat