Ontwikkelingspsychologie - 1.1 t/m 1.4

PPO - Ontwikkelingspsychologie

1. Kennismaken 
2. Uitleg vak ontwikkelingspsychologie
3. Introductie casus
4. Koppelen code 
5. Starten module 3, hoofdstuk 1.

1 / 25
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

PPO - Ontwikkelingspsychologie

1. Kennismaken 
2. Uitleg vak ontwikkelingspsychologie
3. Introductie casus
4. Koppelen code 
5. Starten module 3, hoofdstuk 1.

Slide 1 - Slide

Opzet vak PPO leerjaar 1
Periode 1
Periode 2
Periode 3
Periode 4
Lesinhoud
Ontwikkelingspsychologie

 


Ontwikkelingspsychologie

 

Orthopedagogiek 
Orthopedagogiek
Toetsing
Kennistoets module 3
Portfolio opdracht 1
Portfolio opdracht 2 + kennistoets orthopedagogiek 
Lesmateriaal
Boek ‘communicatie en ondersteunen’ – Module 3
Boek ‘communicatie en ondersteunen’ – Module 3
Reader vanuit school
Reader vanuit school 

Slide 2 - Slide

Wat denk/ hoop je te gaan leren bij het vak ontwikkelingspsychologie?

Slide 3 - Mind map

Start theorie module 3
hoofdstuk 1

Slide 4 - Slide

Ontwikkeling kan zowel vooruitgang als achteruitgang inhouden
Eens
Oneens

Slide 5 - Poll

Ontwikkelingspsychologie 
Bestaat uit 2 woorden: ontwikkeling en psychologie.

Ontwikkeling
=  Groei. Je leert jouw talenten kennen en gebruiken en leert nieuwe vaardigheden.

Psychologie =  De wetenschap die het menselijke gedrag bestudeert.



Wat betekent dan het woord ontwikkelingspsychologie ? 

Geen mens is hetzelfde, toch doorlopen we dezelfde fasen! 

Slide 6 - Slide

De ontwikkelingsfasen
1. Ongeboren kind
2. Baby/ Zuigeling (0 - 18 maanden)
3. Peuter (18 maanden - 3 jaar)
4. Kleuter (3 - 6 jaar)
5. Schoolkind (6 - 12 jaar)
6. Puber (12 - 17 jaar)
7. Adolescent (18 - 21 jaar)
8. Volwassene (21 - 65 jaar)
9. Oudere mens (65 jaar en ouder) 

Slide 7 - Slide

Ontwikkelingspsychologie 
De ontwikkelingspsychologie bestudeert de normale ontwikkeling van een kind (0 tot 18 jaar).

Hierbij worden er drie factoren onder de loep genomen:

1. Kalenderleeftijd: welk gedrag past binnen welke fase en gaat dit goed?
2. Biologische leeftijd: hoe gezond is het lichaam van binnen (genen, leefstijl, omstandigheden etc.)
3. Sociale leeftijd:  welke omgevingsfactoren spelen mee? Denk aan woonomstandigheden, gescheiden ouders, sociaal netwerk etc. 


Slide 8 - Slide

Ontwikkelingspsychologie 
De levenslooppsychologie loopt over het gehele leven: geboorte tot overlijden.

 
De levenslooppsychologie kijkt naar wat iemand in zijn leven mee maakt en welke invloed deze gebeurtenissen hebben. 

Vaak ingrijpende gebeurtenissen zoals een overlijden, trauma, scheiding. 
Deze gebeurtenissen kunnen een (tijdelijke) vertraging binnen de ontwikkeling van het kind veroorzaken. 

Slide 9 - Slide

Ontwikkelingspsychologie 
We ontwikkelen door middel van groei.
Hiervoor zijn 3 basis principes verantwoordelijk, deze leiden tot vooruitgang: 

 1.  Groeiprocessen
 2. Leerprocessen
 3. Rijpingsprocessen

Slide 10 - Slide

Je hebt een nieuwe boek gekocht voor je zusje. Je zusje is vier jaar oud en gaat vanaf volgende week naar school. In het boek staan naast plaatjes ook geschreven teksten. Je hoopt dat jouw zusje door middel van dit boek een kei wordt in rekenen.


Welke basis principes van de ontwikkeling lees je in bovenstaande casus terug?

Slide 11 - Open question

Aan de slag! 
Verdiepingsopdracht Sarah

Deadline 17 september, inleveren via Teams. 

Slide 12 - Slide

Lesplanning week 1.2


1. Terugblik week 1
2. Theorie 1.4
3. Zelfstandig werken 

Slide 13 - Slide

Wat is een voorbeeld van een leerproces?
A
Een werknemer die koffie zet
B
Een student die een nieuwe taal leert
C
Een baby die leert lopen
D
Een sporter die een wedstrijd wint

Slide 14 - Quiz

Wat is het verschil tussen ontwikkelingspsychologie en de levenslooppsychologie?
A
Levenslooppsychologie bestudeert de gehele levensduur.
B
Levenslooppsychologie is alleen gericht op volwassenen.
C
Ontwikkelingspsychologie richt zich op specifieke leeftijdsfasen.
D
Ontwikkelingspsychologie is gericht op individuele ontwikkeling.

Slide 15 - Quiz

PPO - Ontwikkelingspsychologie
- Erik Erikson = Amerikaans psycholoog. 

- Belangrijk binnen de ontwikkelingspsychologie

- Iedere fase staat er een 'conflict' centraal

Doel is overwinnen waardoor het kind verder komt in zijn/ haar ontwikkeling. 

Onopgelost conflict kan een belemmering worden in een andere levensfase. 

Slide 16 - Slide

Ontwikkelingspsychologie
In de ontwikkeling van de mens zijn er 3 verschillende gebieden te  onderscheiden:

1. Fysieke en motorische ontwikkeling
2. Cognitieve ontwikkeling
3. Psychosociale ontwikkeling

Het ene ontwikkelingsgebied is van invloed op het ander. 
Bijv: als je klein bent, (fysieke ontwikkeling) kan dit invloed hebt op jouw zelfbeeld (psychosociale ontwikkeling)

Slide 17 - Slide

Ontwikkelingspsychologie
Fysieke en motorische ontwikkeling = ontwikkeling van de lichamelijke groei en motoriek.

- Grootste ontwikkeling van 0 tot 4 jaar
- Aanleg en omgeving hebben invloed op ontwikkeling, waarom?
-
Onderscheid tussen grove en fijne motorische ontwikkeling

Grove motoriek: bewegen, lichaamscoördinatie en balans.
Fijne motoriek: blokjes stapelen, tekenen/ schrijven, eten met mes/vork etc. 

Slide 18 - Slide

Ontwikkelingspsychologie
Cognitieve ontwikkeling = de ontwikkeling van het denken. 

Omvat het volgende:
- Denken
- Intelligentie
- Waarnemen van de omgeving
- Fantasie 

Jean Piaget is de grondlegger van de ontwikkelingspsychologie.
Vanuit zijn denkwijze zijn er 4 stadia van ontwikkeling ontstaan: 
1. Sensori-motorische fase (0-2 jaar): Zintuigen staan centraal bij de ontwikkeling. 
2. Pre-operationele fase (2-7 jaar): Kind denkt voornamelijk egocentrisch en kan nog niet in structuren en verbanden denken. 
3. Concreet- operationele fase (7-11 jaar): Kind gaat systematisch en logisch denken.
4. Formeel- operationele stadum (>12 jaar): Kind kan abstract denken en een standpunt innemen. 

Slide 19 - Slide

Ontwikkelingspsychologie
Psychosociale ontwikkeling = de manier waarop het kind omgaat met andere mensen én hoe het kind naar zichzelf kijkt. 



- Bij de ontwikkeling van sociaal gedrag is imitatie belangrijk.
- Spel stimuleert de ontwikkeling. 


Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Stelling!

Als deze kinderen onder andere omstandigheden (externe factoren) waren opgegroeid hadden zij zich anders kunnen ontwikkelen
A
Ja
B
Nee
C
Misschien

Slide 22 - Quiz

Ontwikkelingspsychologie
- Ontwikkeling ligt in grote lijnen vast, toch verloopt ieders ontwikkeling uniek.

- Onderstaande factoren zijn van invloed voor een unieke ontwikkeling: 
  •  Interne factoren
Aangeboren geschiktheid als uiterlijk en talenten
  •  Externe factoren
 Gedrag van buiten af (milieu). Denk aan directe omgeving,
 sociaal - economische - culturele factoren en ingrijpende levensgebeurtenissen. 
  •  Zelfbepaling
 Autonomie: Vermogen om eigen richting aan je leven te geven

Slide 23 - Slide

De ouders van Karin gaan scheiden
Stijn heeft een muzikaal talent 
Kevin heeft een verstandelijke beperking 
Marloes besluit om jazzballet te gaan doen 
Intern
Extern
Zelfbepaling

Slide 24 - Drag question

Huiswerk 

1. Digitale leeromgeving 
Communicatie en ondersteunen
Module 3, opdrachten 1 t/m 5 van niveau 4.

2. Afronden verdiepingsopdracht Sarah.
  

Deadline: 
- 17 september 


Slide 25 - Slide

More lessons like this