Klas 3 oefenen voor de toets

Welke factoren hebben invloed op een populatie grootte?
A
Alleen abiotische factoren
B
Alleen biotische factoren
C
Zowel abiotische- als biotische factoren
1 / 44
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke factoren hebben invloed op een populatie grootte?
A
Alleen abiotische factoren
B
Alleen biotische factoren
C
Zowel abiotische- als biotische factoren

Slide 1 - Quiz

In de afbeelding is een gedeelte van een ecosysteem te zien. Zijn er in deze afbeelding abiotische factoren en biotische factoren te zien?
A
Alleen abiotische factoren
B
Alleen biotische factoren
C
Geen van beide
D
Zowel abiotische als biotische factoren

Slide 2 - Quiz

Sleep de woorden naar de juiste plek
Biotische factoren

A-biotische factoren
licht
ziekteverwekker
soortgenoten
roofdieren
voedsel
nestgelegenheid
Temperatuur
wind

Slide 3 - Drag question


Groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten

Alle populaties in een gebied

1 enkel organisme
Levensge-meenschap
Individu
Populatie

Slide 4 - Drag question

Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?
A
Ecosysteem
B
Individu
C
Levensgemeenschap
D
Populatie

Slide 5 - Quiz

Geef nog een voorbeeld van een ecosystheem

Slide 6 - Open question


Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quiz

Waarmee begint een voedselketen altijd?
A
Plant
B
Dier
C
Schimmel
D
Bacterie

Slide 8 - Quiz

Maak een correcte voedselketen

Slide 9 - Drag question

Zet de volgende organismen in de juiste volgorde om een voedselketen te vormen.

Slide 10 - Drag question

Uit hoeveel schakels bestaat deze voedselketen?

Slide 11 - Open question

Hoeveel consumenten zie je in deze voedselketen.

Slide 12 - Open question

Wie is in deze voedselketen de producent?

Slide 13 - Open question

Wie is in deze voedselketen de consument van de derde orde

Slide 14 - Open question

Hoe noem je deze snavel?

Slide 15 - Open question

Hoe noem je
deze snavel?

Slide 16 - Open question

Gestroomlijnd

Slide 17 - Slide

Noem een gestroomlijnd organisme (geen dolfijn)

Slide 18 - Open question

Welke hoort er niet bij?
A
Teengangers
B
Topgangers
C
Voetgangers
D
Zoolgangers

Slide 19 - Quiz

Een hond
is een .........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 20 - Quiz

Een hert is een..........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 21 - Quiz

Een beer is een.........
A
Topganger/hoefganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 22 - Quiz

In de afbeelding is de kringloop van stoffen in een ecosysteem schematische weergeven.
Met nummer 3 wordt een ..... aangegeven.
A
producent
B
consument
C
reducent

Slide 23 - Quiz

Een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten noem je een ....
A
ecosysteem
B
biotoop
C
levensgemeenschap
D
populatie

Slide 24 - Quiz

Als dieren en planten dood gaan worden ze eerst opgegeten door afvaleters en daarna worden de overgebleven resten afgebroken door schimmels en bacteriën. De afvaleters behoren tot de ......
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 25 - Quiz

Als dieren en planten dood gaan worden ze eerst opgegeten door afvaleters en daarna worden de overgebleven resten afgebroken door schimmels en bacteriën. De schimmels en bacteriën behoren tot de ......
A
producenten
B
consumenten
C
reducenten

Slide 26 - Quiz

De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa

Slide 27 - Quiz

Welke piramide heeft altijd een piramidevorm?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Beide piramides
D
Geen van beide piramides

Slide 28 - Quiz

Producenten
Voedselketen
Reducenten
Voedselweb
Consumenten
Afvaleter

Slide 29 - Drag question

kringloop
voedselketen
voedselweb

Slide 30 - Drag question

Op welk plaatje zie je een voedselweb?
A
B
C

Slide 31 - Quiz

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?


A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen

Slide 32 - Quiz

Welk huidmondje bevind zich op een plant in een droge omgeving en welke in een vochtige omgeving?
Droge omgeving
Natte Omgeving

Slide 33 - Drag question

Individu
Ecosysteem
Levensgemeenschap
Populatie

Slide 34 - Drag question

Biotische factoren
Abiotische factoren

Slide 35 - Drag question

Wat zijn biotische factoren?
A
studie van relaties tussen organismen en hun milieu
B
invloeden van de levende natuur
C
invloeden van de levenloze natuur
D
leefomgeving van een organisme

Slide 36 - Quiz

Welke snavel is een kegelsnavel?
A
Snavel A
B
Snavel B
C
Snavel C
D
Snavel D

Slide 37 - Quiz

haaksnavel
zeefsnavel
pincetsnavel
kegelsnavel
Sleep de afbeelding van de soort snavel en het soort voedsel naar het juiste hokje.

Slide 38 - Drag question

Wat zijn biotische en wat zijn abiotische factoren?
Biotische factoren
Abiotische factoren
Nestgelegenheid
Soortgenoten
Ziekteverwekkers
Voedsel
Roofdieren
Licht
Zuurtegraad
Lucht
Temperatuur

Slide 39 - Drag question

Hoe hebben planten zich aan een droge omgeving aangepast?
A
Dikke bladeren, veel huidmondjes
B
Dunne bladeren, veel huidmondjes
C
Dikke bladeren, weinig huidmondjes
D
Dunne bladeren, weinig huidmondjes

Slide 40 - Quiz

Wat voor snavel zou dit dier hebben?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel

Slide 41 - Quiz

droge omgeving
vochtige omgeving
grote bladeren
kleine, dikke bladeren
veel huidmondjes/cm2
weinig huidmondjes/cm2
dikke opperhuid
dunne opperhuid
behaarde bladeren
onbehaarde bladeren

Slide 42 - Drag question

In een levensgemeenschap leven populaties van verschillende soorten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

Geef een voorbeeld van een individu

Slide 44 - Open question