-Ik kan aan de hand van kenmerkende soorten enkele ecoysystemen beschrijven.
-Ik kan veranderingen in een ecosysteem beschrijven
-Ik kan in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4
This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
7.4 Veranderende ecosystemen
-Ik kan aan de hand van kenmerkende soorten enkele ecoysystemen beschrijven.
-Ik kan veranderingen in een ecosysteem beschrijven
-Ik kan in een model gegeven informatie over ecosystemen gebruiken, bewerken en analyseren
Slide 1 - Slide
Herhaling 7.1-7.3
Pak je schrift er bij en noteer de antwoorden
Slide 2 - Slide
Vraag 1
Leg in je eigen woorden uit wat een ecosysteem is. Noem hierbij een voorbeeld en benoem ten minste twee biotische en twee abiotische factoren die in dit ecosysteem een rol spelen.
timer
1:00
Slide 3 - Slide
Vraag 2
In een natuurgebied staat een uitgestrekt grasland met hier en daar een groepje eikenbomen. Het gras vormt de basis van het ecosysteem en wordt gegeten door konijnen, die hier in grote aantallen rondhuppelen. Regenwormen leven in de bodem en voeden zich met afgevallen bladeren van de eikenbomen. Vossen jagen op de konijnen, terwijl buizerds hoog in de lucht cirkelen op zoek naar prooien, zoals een onoplettend konijn of een regenworm die uit de grond kruipt.
Stel op basis van deze informatie een voedselketen op met minimaal vier schakels. Geef bij elke schakel aan of het een producent, consument van de eerste orde, tweede orde, enzovoort is.
timer
2:00
Slide 4 - Slide
Vraag 3
In een ecosysteem wordt niet alle energie doorgegeven aan de volgende schakel in de voedselketen. Leg uit waarom er energieverlies optreedt bij elke stap in de voedselketen en hoe dit te zien is in een piramide van biomassa.
Teken een energiestroomschema na in je aantekeningenschrift.
timer
2:00
Slide 5 - Slide
Bonusvraag
Beschrijf hoe energie door een ecosysteem stroomt, van producent tot afvaleters. Gebruik hierbij de begrippen: zonlicht, fotosynthese, producent, consument, afbraak, warmteverlies.
Slide 6 - Slide
Successie op Schiermonnikoog
Slide 7 - Slide
Kale gebieden
Lege gebieden
Hoe ga je van hier naar een tropisch regenwoud?
Slide 8 - Slide
Pionierplanten --> climaxstadium
Successie: verandering van soortensamenstelling in verschillende stadia van ecosysteem ontwikkeling
Interspecifieke concurrentie en relaties
Slide 9 - Slide
Primaire successie
In gebieden zonder humuslaag
Successie moet vanaf het begin beginnen
= Primaire successie
Slide 10 - Slide
Humus
Dode planten en dierenresten worden door micro-organismen (reducenten) omgezet = humus.
Slide 11 - Slide
geen humus laag
beetje humus laag
Slide 12 - Slide
Secundaire successie
Gebieden met humuslaag.
Successie hoeft niet helemaal vanaf het begin te beginnen.
= Secundaire successie
Slide 13 - Slide
Subclimax
Menselijk ingrijpen
Grote populatie grazers
Bodemuitputting
Slide 14 - Slide
Pioniersstadium
weinig soorten
weinig interspecifieke relaties
kleine biomassa
grote invloed abiotische factoren
geen humus (bij primaire successie)
Climaxstadium
veel soorten
veel interspecifieke relaties
grote biomassa
kleine invloed abiotische factoren
veel humus
Slide 15 - Slide
En nu naar buiten met een opdracht :)
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Aan de slag lees en maak 7.4
Slide 18 - Slide
De zon heeft het meeste invloed op..
A
een climaxstadium
B
een pioniersstadium
Slide 19 - Quiz
In welk stadium heb je meer interspecifieke concurrentie?
A
subclimaxstadium
B
climaxstadium
C
pioniersstadium
Slide 20 - Quiz
https:
Slide 21 - Link
Even testen..
Slide 22 - Slide
Ik weet hoe van een eenvoudig ecosysteem een complex ecosysteem tot stand komt.