7.2 dl2 + 7.3 + 7.4 Relaties dl1

H7 Soorten en populaties
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H7 Soorten en populaties

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Deze les:
- 7.2 dl2: leerdoelen 6 en 7
- Opdrachten
- 7.3 + 7.4: leerdoelen 8 en 10

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 7.2
4. Je vergelijkt de begrippen populatiegrootte en populatiedichtheid.
5. Je legt verband tussen de draagkracht van een gebied en de populatiegrootte.
6. Je verklaart de invloed van monoculturen en biologische landbouw op de biodiversiteit en populatiegrootte in een gebied.
7. Je beschrijft geslachtelijke en ongeslachtelijke voortplanting bij planten.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leesopdracht

Lees blz. 225 "Populaties in landbouw" en beantwoord de volgende vragen:

1. Wat is een monocultuur? Wat zijn de voor- en nadelen van een monocultuur?
2. Wat is het gevolg van bemesting voor de biodiversiteit in de omgeving van een akker?
3. Wat is biologische landbouw?

timer
5:00

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Monocultuur 
Als er op een akker maar 1 soort gewas wordt verbouwd 
(allemaal planten van dezelfde soort, of zelfs allemaal klonen) 

Slide 5 - Slide

Wat zijn de voordelen van een monocultuur?
  • Productie is efficiënt 
  • Precisielandbouw mogelijk --> satelietbeelden laten die plekke zien waar water sproeien nodig is.
Nadelen?
  • Schadelijke organismen vinden er gemakkelijk voedsel en planten zich snel voort. --> maakt chemische bestrijding noodzakelijk
  • Andere plantensoorten weinig ruimte om zich te ontwikkelen.
  • Bepaalde soorten planten groeien daardoor snel en concerten andere soorten weg, of gaan dood door het overschrijden van tolerantiegrenzen. --> verdwijnen ook dieren die van die planten leven. 
Monocultuur 
Voordeel: makkelijk te verbouwen, lage kosten
Nadelen: 
1) Nauwelijks tot geen variatie, tolerantiegebied is exact hetzelfde, dus wanneer abiotische factoren voorbij de toleratiegrenzen komen zijn alle planten dood.
2) Plaagorganismen (bijv. Insecten) hebben een zee van hun favoriete voedsel en kunnen heel snel in aantal toenemen → Chemische bestrijding noodzakelijk 

Gebruik bestrijdingsmiddel?
Invloed biodiversiteit?
Plagen?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Biologische landbouw
  • Geen monoculturen
  • Vruchtwisseling
  • Geen kunstmest
  • Geen preventieve diergeneesmiddelen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Geslachtelijke voortplanting
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Exoten
Organismen die zich hebben gevestigd in een land waar ze oorspronkelijk niet vandaan komen 

  • Direct of indirect ingevoerd door de mens
  • Kunnen zich onafhankelijk voortplanten!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

1: alle abiotische factoren in een bepaald heidegebied.
2: alle dieren die in Nederland leven, in samenhang met de plantengroei.
3: alle eekhoorns in een loofbos, in samenhang met de bomen.
4: alle organismen die in een bepaald meertje leven, in samenhang met de abiotische factoren.

Welke bewering gaat over een ecosysteem?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor kon de Halsbandparkiet in Nederland een plaag worden?
A
Enkel door een overmaat aan voedsel
B
Enkel door weinig predatoren in het gebied
C
Doordat ze maar een deel van het jaar in NL verblijven
D
Door zowel een overmaat aan voedsel als een geringe aantal predatoren in het gebied

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

De aardappels in één veld zijn vaak een kloon. Welke uitspraak is dan waar?
A
Ze hebben allemaal ander DNA
B
Ze hebben allemaal exact hetzelfde uiterlijk
C
Ze zijn allemaal even vatbaar voor ziektes

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

a. Wat is een monocultuur?
b. Noem drie nadelen van een monocultuur.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat is een nadeel van chemische bestrijding?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van biologische landbouw

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag!
- Maken 7.2 opdrachten bij leerdoelen 6 + 7
- HW controle 7.1 en 7.2 leerdoelen 4 + 5

Klaar? Lezen en maken 7.3
timer
15:00

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 7.3 en 7.4
8. Je herkent vormen van symbiose.
9. Je legt het verschil uit tussen habitat en ecosysteem. 
10. Je herkent verschillende relaties tussen organismen. 
11. Je legt uit hoe dynamische evenwichten ontstaan en beredeneert het effect van verstoringen op dit evenwicht.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat voor een relatie hebben anemonen en clownvissen?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Symbiose
Langdurige relaties tussen organismen van verschillende soorten

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Mutualisme
''Vorm van symbiose waar beide soorten voordeel hebben''

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Commensalisme
''Vorm van symbiose waar de ene soort een voordeel heeft en de andere soort geen nadeel of voordeel''

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Parasitisme
''Vorm van symbiose waar ene soort voordeel en andere soort nadeel heeft''

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Parasitaire planten

Witte stengel, geen bladeren!


Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Competitie/ concurrentie
''Tussen de individuen van een populatie vindt competitie plaats om hulpbronnen uit de natuur als voedsel, licht, nestgelegenheid, water, enz''

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Predatie
''Predatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, (meestal een dier) van een ander dier, het prooidier.''

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Symbiose
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: - / +

    Geen symbiose:
  • Competitie - / -
  • Predatie - / +

Slide 26 - Slide

This item has no instructions


A
predator-prooi
B
mutualisme
C
commensalisme
D
parasitisme

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Deze symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions