7.2 Populaties + 7.3 samenleven

7.2 Populaties 7.3 samenleven
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

7.2 Populaties 7.3 samenleven

Slide 1 - Slide

De Coloradokever leeft onder andere op de Aardappel (Solanum tuberosum L.), op de Tomaat (Solanum lycopersum L.) en op Bitterzoet (Solanum dulcamara L.).
Behoren deze planten tot hetzelfde genus (geslacht)? En tot dezelfde soort?
A
alleen tot hetzelfde genus
B
alleen tot dezelfde soort
C
zowel tot hetzelfde genus en tot dezelfde soort

Slide 2 - Quiz


timer
2:00

Slide 3 - Open question

Waarom beschouw je de ezel en de paard niet tot dezelfde soort, terwijl ze wel met elkaar kunnen voortplanten?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Dynamiek van een populatie
Inheems --> komt van nature in een gebied voor
Uitheems --> komt van nature niet in een gebied voor
Exoten --> door menselijk handelen in een gebied gekomen waar ze van oorsprong niet thuishoren.

Slide 7 - Slide

landbouw
monocultuur- 1 soort in een gebied
bestrijdingsmiddelen gebruikt tegen ongedierte
biodiversiteit- laag
gevolg: meer kans op uitputting bodem en ziektes
biologische landbouw- veel biodiversiteit geen bestrijdingsmiddelen

Slide 8 - Slide

ongeslachtelijke voortplanting en weefselkweek
geslachtelijke voortplanting met meeldraden en stamper

Slide 9 - Slide

 Symbiose
Samenleven van individuen
Binnen dezelfde soort
Van twee verschillende soorten
Coöperatie
Concurrentie
Mutualisme
Commensalisme
Parasitisme
Concurrentie
Predatie

Slide 10 - Slide

Coöperatie
Samenwerken zoals leeuwen (jacht), stokstaartjes (de wacht houden), verdedigen (school vissen) of mieren (taakverdeling in kolonie)
our planet afl4 s1 min 5 dolfijnen

Slide 11 - Slide

Concurrentie
Soortgenoten strijden om voedsel of partners

Met als gevolg: selectiedruk

Slide 12 - Slide

 Symbiose
Samenleven van individuen
Binnen dezelfde soort
Van twee verschillende soorten
Coöperatie
Concurrentie
Mutualisme
Commensalisme
Parasitisme
Concurrentie
Predatie

Slide 13 - Slide

Predatie 
De één eet de ander

(Valt begrazing ook onder)

our living world afl 1 min 35

Slide 14 - Slide

Concurrentie 
Twee soorten eten hetzelfde voedsel of gebruiken zelfde nestgelegenheid

Slide 15 - Slide

 Symbiose
Samenleven van individuen
Binnen dezelfde soort
Van twee verschillende soorten
Coöperatie
Concurrentie
Mutualisme
Commensalisme
Parasitisme
Concurrentie
Predatie

Slide 16 - Slide

Mutualisme
Beide soorten profiteren van de samenleving

Voorbeeld: zeeanemoon en clownsvis of 
filmpje animals up close galapagos min 4

Slide 17 - Slide

Commensalisme
Eén soort profiteert van de ander, zonder dat 
die nadeel heeft.
Voorbeeld: zuigvissen op haai of mos op een boom

Slide 18 - Slide

Parasitisme
Eén soort parasiteert de ander die daar
nadeel door heeft
Voorbeeld: lintworm of maretak

Slide 19 - Slide


Slide 20 - Open question


Slide 21 - Open question

oefenvragen

Slide 22 - Slide

Welke soort kan het best tegen schommelingen in abiotische factoren?
A
soort a
B
soort b
C
soort c
D
soort d

Slide 23 - Quiz

het langdurig samenleven van organismen van verschillende soorten
bij een plaag
invloeden uit de levenloze natuur
De maximale populatiegrootte in een ecosysteem
Die invloed die het meest afwijkt van de ideale omstandigheid
Samenlevingsvorm waarbij allebei de soorten voordeel hebben
Het vermogen om schommelingen in abiotische factoren te verdragen
Draagkracht
Tolerantie
Beperkende factor
J-curve
Symbiose
Mutualisme
 Abiotische factor

Slide 24 - Drag question

Wanneer spreken we van een biologisch evenwicht?
A
Als de populatiegrootte altijd hetzelfde is
B
Als de populatiegrootte een populatiegrootte is
C
Als de populatiegrootte rond een gelijke waarde schommelt
D
Als de dieren in een populatie even zwaar zijn

Slide 25 - Quiz

Deze vorm van symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Communisme

Slide 26 - Quiz

Deze vorm van symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Realisme

Slide 27 - Quiz

Deze vorm van symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Surrealisme

Slide 28 - Quiz

Deze vorm van symbiose is...
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Feminisme

Slide 29 - Quiz

Hoe groot is de draagkracht voor schapen?
A
1500 schapen
B
15 000 schapen
C
150 000 schapen
D
1 500 000 schapen

Slide 30 - Quiz

waardoor leidt overschrijding van draagkracht meestal tot een lagere draagkracht?
A
de dieren zijn dood
B
voedselbronnen zijn uitgeput
C
het systeem schiet door

Slide 31 - Quiz

welke competitie vindt alleen plaats tussen soortgenoten? Meerdere antwoorden mogelijk.
A
territorium
B
voortplantingspartner
C
voedsel
D
water

Slide 32 - Quiz

Als een soort 100 nakomelingen krijgt per individu, zal er dan meer, minder of evenveel sterfte zijn dan bij een soort die er 5 krijgt per individu?
A
Meer
B
Minder
C
Evenveel

Slide 33 - Quiz

1: alle abiotische factoren in een bepaald heidegebied.
2: alle dieren die in Nederland leven, in samenhang met de plantengroei.
3: alle eekhoorns in een loofbos, in samenhang met de bomen.
4: alle organismen die in een bepaald meertje leven, in samenhang met de abiotische factoren.
Welke bewering gaat over een ecosysteem?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 34 - Quiz


Slide 35 - Open question