H1 t/m 5 - woordsoorten herhaling

Herhaling woordsoorten
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhaling woordsoorten

Slide 1 - Slide

Programma
- Welkom
- Doelen
- Herhaling
- Aan het werk
- Evaluatie

Slide 2 - Slide

Doelen
Aan het einde van de les

- ken je de woordsoorten lw, znw, ww (3 vormen), bnw, vz
- kun je deze woordsoorten benoemen
- kun je zelf zinnen maken met de genoemde woordsoorten

Slide 3 - Slide

Noteer de woordsoorten uit de zin.
Het meisje lacht tegen de jongen.

Slide 4 - Open question

Noteer de woordsoorten uit de zin.
De knappe vrouw zong in de bus.

Slide 5 - Open question

Noteer de woordsoorten uit de zin.
De jongen liep met de kooi naar buiten.

Slide 6 - Open question

Noteer de woordsoorten uit de zin.
Het jonge meisje gaf een leuk popje.

Slide 7 - Open question

Opdracht
Je hebt steeds de woordsoorten uit de zinnen benoemd. Nu draaien we het om. In iedere opdracht staan de woordsoorten al gegeven. Jij maakt daar zinnen mee in die volgorde, bijv.: 

lw - bnw - znw - ww (pv) - lw - bnw - znw - znw - ww (vdw)
 |          |          |                |            |         |            |           |                   |
De aardige jongen heeft het leuke meisje bloemen gegeven. 

Slide 8 - Slide

Lw - znw - ww (pv)

Slide 9 - Open question

lw - znw - ww (pv) - vz - lw - znw

Slide 10 - Open question

ww (pv) - lw - bnw - znw - vz - lw - znw?

Slide 11 - Open question

Lw - bnw - znw - ww (pv) - lw - znw - ww (heel ww) - ww (heel ww)

Slide 12 - Open question

Noteer de lidwoorden uit de zin.
Het meisje pakte de cadeautjes uit.

Slide 13 - Open question

Noteer de znw's uit de zin.
Het meisje pakte de cadeautjes uit.

Slide 14 - Open question

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden.
De kleine auto is vies.

Slide 15 - Open question

Doelen
Aan het einde van de les

- ken je de woordsoorten lw, znw, ww (3 vormen), bnw, vz
- kun je deze woordsoorten benoemen
- kun je zelf zinnen maken met de genoemde woordsoorten

Slide 16 - Slide

Ik heb de doelen behaald.
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz