Biologisch onderzoek

 Biologisch onderzoek 
Thema 1 organen en celllen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Biologisch onderzoek 
Thema 1 organen en celllen

Slide 1 - Slide

Leerdoel
  • Je kunt een biologisch onderzoek voorbereiden, uitvoeren en beoordelen. 

Slide 2 - Slide

De stappen van een onderzoek
Bij een practicum staat precies wat je moet doen.
Als je zelf gaat een onderzoek wil doen, weet je dat
niet. Je moet dan zelf bedenken hoe je het onderzoek
gaat uitvoeren en wat je nodig hebt.
Volg de stappen rechts als je zelf een biologisch
onderzoek gaat bedenken en uitvoeren.

Slide 3 - Slide

Probleemstelling
Een onderzoek begint altijd met de vraag.
Dit heeft de Probleemstelling.

Bijvoorbeeld:
Welke invloed heeft licht op de groei van planten?

Slide 4 - Slide

Onderzoeksvraag
De probleemstelling is nog erg vaag.
Daarom ga je een onderzoeksvraag bedenken.
Daarin bedenk je zo precies mogelijk wat je wil onderzoeken.
Hiervan maak je één vraag.
Bijvoorbeeld:
Zijn kiemplantjes die ik in het licht zet, na een paar dagen langer dan kiemplantjes die ik in het donker zet?

Slide 5 - Slide

Verwachting
Daarna voorspel je de resultaten van je onderzoek.
Dit noem je de verwachting.
Je maakt gebruik van wat je al weet. Je weet bijvoorbeeld dat planten licht nodig hebben om te groeien
Een voorbeeld van een verwachting is:
Kiemplantjes die ik in het licht zet, zijn na een paar dagen langer dan kiemplantjes die ik in het donker zet.

Slide 6 - Slide

Werkplan 1/2
Je onderzoekt of je verwachting klopt. Daarvoor bedenk je een proef.
In het werkplan beschrijf je vier dingen:
  • Wat je precies gaat doen
  • Wat je nodig hebt
  • hoe je gaat waarnemen
  • Wat je met de waarnemingen gaat doen

Slide 7 - Slide

werkplan 2/2
Voor het werkplan zijn er vier regels:
  1. Schrijf stap voor stap op wat je gaat doen.
  2. Onderzoek één ding tegelijk. 
  3. Gebruik een proefgroep en een controlegroep
  4. Doe proeven altijd met gorte aantallen organismen.

Slide 8 - Slide

Uitvoering
Als het werkplan goed is, kun je beginnen aan de uitvoering.
Tijdens de uitvoering voer je je werkplan uit. 
Je houdt je zo precies mogelijk aan je werkplan.
Als je iets anders doet dan in het plan beschreven staat, maak daar dan een aantekening van.

Slide 9 - Slide

Waarnemingen en resultaten
Tijdens het onderzoek verzamel je de waarnemening van je proefgroep en je controlegroep.
Je meet de waarnemingen en geeft ze weer in een schema of diagram.
Dit zijn de resultaten van je onderzoek.

Slide 10 - Slide

Conclusie
Na afloop van de proef vergelijk je de resultaten van de proefgroep met de controlegroep.
Dan kun je een conclusie trekken.
De conclusie is het antwoord op je onderzoeksvraag.
Bijvoorbeeld:
Kiemplantjes die in het donker groeien, zijn na een paar dagen langer dan kiemplantjes die in het licht groeien.

Slide 11 - Slide

Een verslag maken
Elk onderzoek wordt afgesloten met een verslag. Een verslag van een onderzoek bestaat uit de volgende vier onderdelen:
  1. Wat ga ik onderzoeken?
  2. Wat is mijn werkplan?
  3. Wat neem ik waar?
  4. Welke conclusie kan ik trekken?
Daarnaast zorg je voor een nette lay-out en opmaak

Slide 12 - Slide

1. Wat ga ik onderzoeken?
In dit onderdeel beschrijf je de volgende zaken:
  • De probleemstelling
  • De onderzoeksvraag
  • De verwachting

Slide 13 - Slide

2. Wat is mijn werkplan?
In het werkplan staat:
  • Wat ga ik doen?
Hier beschrijf je hoe je het onderzoek uitvoert.
  • Wat heb ik nodig?
Hier beschrijf je wat je nodig hebt voor het onderzoek.
  • Hoe neem ik waar?
Hier beschrijf je hoe je de proefgroep en de controlegroep gaat waarnemen, ook beschrijf je hoe je de waarneming weergeeft.

Slide 14 - Slide

3. Wat neem ik waar?
Hier staat een weergave van je waarnemingen.
Bijvoorbeeld een tekening, een tabel of een grafiek.
Dit zijn de resultaten van je onderzoek.

Slide 15 - Slide

4. Welke conclusie kan ik trekken?
Zijn de resultaten gelijk aan je verwachting?
Trek hieruit een conclusie.

Slide 16 - Slide

Aan de slag!

Maken opdrachten 3.Onderzoeken: opdracht 1 t/m 4
Daarna 5 klassikaal
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar? Werk laten zien aan docent.

timer
25:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide