2D 6.1

Toets
Aan het einde van deze les weet je wat de overheid betekent.
1. Voorkennis
2. Moeilijke woorden.

Economie
10 mei
Maken van de opdrachten 6.1
Vragen 4 tot en met 6 nakijken
Opdracht 7 tot en met 11
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Toets
Aan het einde van deze les weet je wat de overheid betekent.
1. Voorkennis
2. Moeilijke woorden.

Economie
10 mei
Maken van de opdrachten 6.1
Vragen 4 tot en met 6 nakijken
Opdracht 7 tot en met 11

Slide 1 - Slide

Zelfstandig beginnen
Blz. 167
Lees de tekst 'De schatkist van Nederland'
Beantwoord vraag 1 tot en met 3

Ben je klaar? -> maak dan de voorkennis rekenen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Samen lezen 168
Moeilijke woorden:
Gemeente (streek)- Klein gebied met een stad en zijn omliggende dorpen
Provincie - Een grotere omgeving, ingedeeld in 12 stukken
Rijk - De overheid
Ruimtelijke ordening - Welke dingen moet waar staan in een gebied?

Slide 3 - Slide

Blz. 169 t/m 171
Collectief - Overheid betaalt zodat iedereen er gebruik van kan maken.
Particulier - Betaalt door bedrijven die niet bij de overheid horen.
Verschil? -> denk aan snelweg en tolwegen

Privatiseren - overheid verkoopt het aan bedrijven
Infrastructuur - basisvoorziening voor wonen en werken (wegen)

Slide 4 - Slide

Opdrachten maken van 5.1
1. 15 minuten opdrachten maken
2. Daarna nakijken 
timer
15:00

Slide 5 - Slide

Collectief
A
Door bedrijven gemaakt
B
Door de overheid gemaakt

Slide 6 - Quiz

Privatiseren
A
Wordt verkocht door de overheid
B
Wordt verkocht door bedrijven

Slide 7 - Quiz

De snelweg is:
A
Privatiseren
B
Particuliere sector
C
Infrastructuur
D
Een provincie

Slide 8 - Quiz

De marktsector
A
Particuliere sector
B
Collectieve sector

Slide 9 - Quiz


Slide 10 - Open question