2KA, 2KC, 2BKL(1)

Wat gaan we digitaal doen?
Deze les: alle zinsdelen (persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling) 
Huiswerk: digitaal via Cumlaude maken: 
Deze Lessonup (8 quizvragen + 2 vragen over hoe goed je de stof kent) + H6.4 Grammatica 1 + 8 t/m 12

Volgende les hebben we een formatieve toets ( je krijgt cijfer dat niet meetelt), om te kijken hoe goed jullie de stof kennen. 
Leer alle woordsoorten + zinsdelen. Extra oefenen?  Maak 6.4 Test Jezelf 


1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat gaan we digitaal doen?
Deze les: alle zinsdelen (persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling) 
Huiswerk: digitaal via Cumlaude maken: 
Deze Lessonup (8 quizvragen + 2 vragen over hoe goed je de stof kent) + H6.4 Grammatica 1 + 8 t/m 12

Volgende les hebben we een formatieve toets ( je krijgt cijfer dat niet meetelt), om te kijken hoe goed jullie de stof kennen. 
Leer alle woordsoorten + zinsdelen. Extra oefenen?  Maak 6.4 Test Jezelf 


Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les...
Weet jij alle zinsdelen die we tot nu toe hebben gehad te benoemen in de zin. 

Slide 2 - Slide

Zinsdelen raden
Pak je boek op blz. 236 en bekijk het schema (of klik op de lesstof van H6.4 in Cum Laude) 
  1. Mevrouw van Hoof heeft een zinsdeel in haar hoofd. Jullie moeten raden welke het is.
  2. Typ in de vergaderchat een vraag waarop Mevrouw van Hoof ja of nee kan antwoorden. Bijv.  Gaat het om alle werkwoorden in de zin? Met behulp van de antwoorden komen jullie erachter welk zinsdeel het is.
Let op! Zet je microfoon even uit en roep niet door de online les, maar zet je vraag op de chat. 

Slide 3 - Slide

Schrijf alle zinsdelen op die je al kent.

Slide 4 - Open question

Jij hebt in onze vakantie lekker geluierd

Wat is 'in onze vakantie' voor zinsdeel?
A
Persoonsvorm
B
Werkwoordelijk gezegde
C
Onderwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 5 - Quiz


Jullie hebben in mijn tuin gespeeld.
Wat voor zinsdeel is 'Jullie'?
A
Persoonsvorm
B
Onderwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Meewerkend voorwerp

Slide 6 - Quiz

Hoeveel lidwoorden staan er in deze zin?
Ik heb in de vakantie niets liggen te doen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

A
heb liggen te doen
B
heb liggen
C
heb te doen
D
heb

Slide 7 - Quiz

Basisschoolkinderen uit onze wijk gaan vaak op berenjacht.
Wat is het onderwerp?

A
Basisschoolkinderen
B
berenjacht
C
onze wijk
D
Basisschoolkinderen uit onze wijk

Slide 8 - Quiz

Veel mensen sturen hun oma nu vaker een kaartje.
Wat voor zinsdeel is 'hun oma'?

A
Lijdend voorwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Onderwerp
D
Bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Quiz

Hoe goed kan ik alle woordsoorten benoemen?
Geef jezelf een cijfer tussen de 1 en de 10
lidwoord, werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord , persoonlijk voornaamwoord - bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Open question

Hoe goed kan ik zinsdelen benoemen?
Geef jezelf een cijfer tussen de 1 en de 10!

persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling

Slide 11 - Open question

Huiswerk
Maak de quizvragen in deze  LessonUp + de opdrachten in CumLaude 
H6.4 Grammatica opdracht 8 t/m 12
Volgende les dus een formatieve toets (cijfer telt niet mee)
Leer de leerstof op blz. 235 en 237 in je boek. 
Extra oefenen? Maak  6.4 Test Jezelf 

Zet 'm op! 
Jullie zijn goed bezig!  

Slide 12 - Slide