H2L12 - 1THE - Donderdag 11 januari - 2.7 Grammatica zinsdelen

Welkom 1THE



 

Planning van dit blokuur
  • SO Spelling hoofdstuk 1 + 2 
  • Stillezen
  • Uitleg grammatica
  • Zelfstandig werken (rustig overleggen)

Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald hoe je het werkwoordelijk gezegde van een zin vindt;
  • heb je geleerd hoe je het lijdend voorwerp van een zin vindt. 



timer
10:00
Toetsen en opdrachten die eraan komen: 
  • Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek) 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 1THE



 

Planning van dit blokuur
  • SO Spelling hoofdstuk 1 + 2 
  • Stillezen
  • Uitleg grammatica
  • Zelfstandig werken (rustig overleggen)

Aan het einde van deze les
  • heb je herhaald hoe je het werkwoordelijk gezegde van een zin vindt;
  • heb je geleerd hoe je het lijdend voorwerp van een zin vindt. 



timer
10:00
Toetsen en opdrachten die eraan komen: 
  • Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek) 

Slide 1 - Slide

SO maken
Hoe
Individueel, in stilte
Op tafel: pen, eventueel markeerstift of typpex
Op de grond: leesboek 
Hulp
Docent
Tijd
Tot het einde van het eerste blokuur
Uitkomst
Cijfers volgen via Som (binnen twee weken) 
Klaar
Lees in je leesboek (geen laptop)

Slide 2 - Slide

Cijfers gespreksvideo

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken
Wat
Huiswerk bespreken (opdracht 5, 8 en 10 van 2.9 Spelling)
Hoe
Klassikaal
Hulp
Docent
Tijd
Ongeveer vijf minuten
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie  
Klaar
Hierna gaan we verder met de les

Slide 4 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
 o    wg                        wg                         
Ik | heb | een taart | gegeten. 

Slide 5 - Slide

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin:

Een klas is vakantie aan het vieren op Vlieland.

Slide 6 - Open question

Wat is het onderwerp in deze zin:

Een klas is vakantie aan het vieren op Vlieland.

Slide 7 - Open question

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:

Een klas is vakantie aan het vieren op Vlieland.

Slide 8 - Open question

Lijdend voorwerp
Maak een vraag van deze 'formule':
Wie / wat  +  [ werkwoordelijk gezegde ]  +  [ onderwerp ] ? 

Antwoord: lijdend voorwerp

Slide 9 - Slide

'Daarom waardeerde ik hem ontzettend.'

Kopieer de formule hieronder en vul de juiste onderdelen uit bovenstaande zin in:
Wie / wat + [ werkwoordelijk gezegde ] + [ onderwerp ] ?


Slide 10 - Open question

'Daarom waardeerde ik hem ontzettend.' 


Wie / wat  +  [ werkwoordelijk gezegde ]  +  [ onderwerp ] ? 

Wie / wat + waardeerde + ik ?

Slide 11 - Slide

'Daarom waardeerde ik hem ontzettend.'

Wie / wat waardeerde ik?

Het antwoord op deze vraag is het lijdend voorwerp. Het lijdend voorwerp in de zin is dus:

Slide 12 - Open question

Stappenplan zinsontleding
Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:

1. Benoem de pv
Zet een streep onder de pv
Je zou elke dag wel een pizza willen eten. 
2. Verdeel de zin in zinsdelen
Zet strepen tussen de zinsdelen
Je | zou | elke dag | wel | een pizza | willen | eten. 
3. Benoem het gezegde
Zet 'wg' boven het gezegde
         wg                                                        wg        wg
Je | zou | elke dag | wel | een pizza | willen | eten. 
4. Benoem het onderwerp
Zet 'o' boven het onderwerp
 o     wg                                                         wg       wg
Je | zou | elke dag | wel | een pizza | willen | eten.
5. Benoem het lijdend voorwerp
Zet 'lv' boven het lijdend voorwerp
 o      wg                                      lv             wg         wg
Je | zou | elke dag | wel | een pizza | willen | eten.

Slide 13 - Slide

Uitlegfilmpje lijdend voorwerp

Slide 14 - Slide

Individueel werken 
Wat
Lees de leertekst 'Lijdend voorwerp' (bladzijde 114).
Maak opdracht 8 t/m 10 en 12 van 2.7 Grammatica zinsdelen.
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Docent
Tijd
Tot het einde van de les
Uitkomst
Deze leerstof komt terug op de repetitie 
Klaar
Lees in je leesboek of werk aan de profielopdracht 

Slide 15 - Slide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt herhaald hoe je het werkwoordelijk gezegde van een zin vindt;
  • hebt geleerd hoe je het lijdend voorwerp van een zin vindt. 


Huiswerk voor vrijdag
  • Lees de leertekst 'Lijdend voorwerp' (bladzijde 114).
  • Maak opdracht 8 t/m 10 en 12 van 2.7 Grammatica zinsdelen.

Slide 16 - Slide