HWW en ZWW 2

Goedemorgen
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Start je laptop op en open LessonUp en de methode Nederlands.

1. Korte uitleg
2. Oefenen met LessonUp
3. Zelf werken in de methode Nederlands
4. Opdracht in tweetallen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute VLeerroute 7

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

Start je laptop op en open LessonUp en de methode Nederlands.

1. Korte uitleg
2. Oefenen met LessonUp
3. Zelf werken in de methode Nederlands
4. Opdracht in tweetallen

Slide 1 - Slide

Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Doel:
  • Je kunt zelfstandige werkwoorden herkennen in een zin.
  • Je kunt hulpwerkwoorden herkennen in een zin.

Slide 2 - Slide

Zelfstandig werkwoord (zww)
Een zelfstandig werkwoord (zww) kan in z'n eentje (zelfstandig dus) in een zin staan. Er is maar één ZWW per zin!
 
  • De geit eet.
  • De koe leeft.
  • De hond rent.
  • De kat bijt.

Slide 3 - Slide

Hulpwerkwoord (hww)
Soms wordt het zelfstandig werkwoord een handje geholpen door een ander werkwoord. Zo'n werkwoord heet een hulpwerkwoord (hww). Ook zonder hulpwerkwoord is de actie duidelijk!
 
  • De geit heeft gegeten.  
  • De koe zal niet lang meer leven.  
  • De hond wil rennen.  
  • De kat wordt gebeten.  

Slide 4 - Slide

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten.
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 5 - Quiz

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gefietst.
gefietst = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 6 - Quiz

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Guus gaat naar de stad.
gaat = ...
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 7 - Quiz

Hij heeft die opdracht moeten maken. 
heeft

moeten

maken
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 8 - Drag question

Zij zou wel een nieuwe jas willen kopen
zou

willen

kopen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 9 - Drag question

Wat is het zelfstandige werkwoord?
Had je mijn fietssleutel niet beter in je portemonnee kunnen bewaren?

Slide 10 - Open question

Wat is het zelfstandig werkwoord?
Op Koningsdag vieren wij in Nederland de verjaardag van de koning.

Slide 11 - Open question

Wat is het hulpwerkwoord?
Hij heeft een milkshake gemaakt.

Slide 12 - Open question

Opdracht in tweetallen
Open Word op je laptop.
Bedenk zelf 5 zinnen met hierin 2 of meer werkwoorden.
Jij en je tweetal klaar? 
Wissel van laptop en typ erbij wat in iedere zin de ZWW of HWW zijn.

Gedaan? Hand omhoog en laten zien!

Slide 13 - Slide