4V Periode 4 (24-25)

SPAANS
4 VWO


Periodo 4
1 / 37
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

SPAANS
4 VWO


Periodo 4

Slide 1 - Slide

  • Inzien + bespreken toets TW3
  • Opstart P4
  • Verschil indefinido/perfecto
  • Compañeros p.52 eje 1-3
  • Compañeros p.55 eje 1-3
  • Examentekst
Semana 1
7 abr - 12 abr

Slide 2 - Slide

¿Qué hacer en período 4?
Pruebas

  • Formatief:         Luistervaardigheid
  • Week 7:              Voca toets 4/4 (N-S)
  • Toetsweek 4:    Mondeling & Leesvaardigheid

Slide 3 - Slide

Unas preguntas:

- Hoe maak je de perfecto?
- Noem minimaal 4 onregelmatige vervoegingen van de perfecto.
- Wanneer gebruik je de perfecto?

- Wat zijn de uitgangen van de regelmatige indefinido?
- Welke uitzonderingen van de indefinido ken je?
- Wanneer gebruik je de indefinido?
Perfecto vs Indefinido

Slide 4 - Slide

Perfecto vs Indefinido

Perfecto

Slide 5 - Slide

Perfecto vs Indefinido

Indefinido

Slide 6 - Slide

Perfecto
Perfecto vs Indefinido

Indefinido
Hier zit je nog in
(relatie met het heden)
Este año
Esta semana
Hoy
Nunca
etc..
Duidelijk begin & eind (afgesloten)
Anoche
El año pasado
El 24 de mayo
En 2024
etc..

Slide 7 - Slide

  • Revisar
  • Verschil imperfecto/indefinido in  verhaalvorm (zonder signaalwoorden)
  • Pez de oro
  • Compañeros p. 53 eje 4-7
  • Compañeros p. 54 eje 8
  • Examentekst
Semana 2
14 abr - 18 abr

Slide 9 - Slide

Perfecto
Perfecto, Indefinido, Imperfecto

Indefinido
Hier zit je nog in
(relatie met het heden)
Este año
Esta semana
Hoy
Nunca
etc..
Duidelijk begin & eind (afgesloten)
Anoche
El año pasado
El 24 de mayo
En 2024
etc..
Imperfecto
GEEN duidelijk begin & eind / gewoontes / herhalingen
Cuando era pequeño/-a
Hace mucho tiempo
Cada sábado
Antes
etc..

Slide 10 - Slide

Indefinido vs Imperfecto

Wat nu als er geen tijdsaanduidingen in de zin staan: ayer, antes, hace una semana etc.. ???
Dan stel je jezelf de vraag: 

Was het er al? = imperfecto
Gebeurde het (plotseling)? = indefinido

Slide 11 - Slide

Voorbeeld in het NL: De zon scheen.

Was het er al? --> Was de zon al aan het schijnen?
of
Gebeurde het? --> Ging de zon (plotseling) schijnen?

A
Het was er al (imperfecto)
B
Het gebeurde (indefinido)

Slide 12 - Quiz

Voorbeeld in het NL: Ik liep door het bos.

Was het er al? --> Was ik al aan het lopen enige tijd?
of
Gebeurde het? --> Ging ik (plotseling) lopen?

A
Het was er al (imperfecto)
B
Het gebeurde (indefinido)

Slide 13 - Quiz

Voorbeeld in het NL: Het ging regenen.

Was het er al? --> Was het al aan het regenen?
of
Gebeurde het? --> Ging het (plotseling) regenen?

A
Het was er al (imperfecto)
B
Het gebeurde (indefinido)

Slide 14 - Quiz

Voorbeeld in het NL: Ik struikelde.

Was het er al? --> Was ik al gestruikeld?
of
Gebeurde het? --> Struikelde ik op dat moment?

A
Het was er al (imperfecto)
B
Het gebeurde (indefinido)

Slide 15 - Quiz

Voorbeeld in het NL: En toen vond ik een gouden ring.

Was het er al? --> Had ik deze ring al gevonden??
of
Gebeurde het? --> Vond ik de ring op dat moment (plotseling)?

A
Het was er al (imperfecto)
B
Het gebeurde (indefinido)

Slide 16 - Quiz


Ik begrijp hoe ik moet kiezen tussen de indefinido en de imperfecto als ik geen tijdsaanduiding in de zin/ het verhaal zie staan.

A
Sí!
B
No!

Slide 17 - Quiz

Indefinido vs Imperfecto

¡Ahora practicamos! Haz click aquí.

Actividad 1 (hacemos en clase juntos)
Actividad 2 (en parejas)
Actividad 3 (en parejas)
List@s? Continua con 'Pez de oro'

Slide 18 - Slide

  • Revisar
  • Examentekst
  • Compañeros p. 56 eje 4-5
  • Pez de oro

  • Voorbereiding MO

Semana 4
12 may - 16 may

Slide 19 - Slide

Compañeros p. 53 eje 4-7
Compañeros p. 54 eje 8
Revisar

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Examenteksten
We nemen een paar leesstrategieën door en maken een examen (p. 18) uit het boekje. Op de laatste blz. staat de normering, dus je weet ook welk cijfer je zou hebben gehaald.
Onderstreep waar je je antwoord hebt gevonden: doe dit altijd waar mogelijk!!

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Pez de Oro
We lezen uit het boek: 
'Pez de oro' (goudvis)

Was het er al? = imperfecto
Gebeurde het (plotseling)? = indefinido

Slide 27 - Slide


Benodigdheden:
- Spreekvaardigheidsboekje (uitgedeeld)
- Pen
- Woordenboek
- Grammatica overzicht (Compañeros/woordenboek/etc.)
Voorbereiding mondeling

Slide 29 - Slide

Deel 1 = plaatjes beschrijven 
Deel 2 = foto's omschrijven

Laatste pagina = hulp zinnen voor ongemakkelijke stiltes.
Voorbereiding mondeling

Slide 30 - Slide

Foto 1 (mondeling deel 2)

Slide 31 - Slide

Foto 1: la fiesta

Slide 32 - Mind map

Foto 1 mondeling (deel 2)
1. Wie zie je op de foto =  ¿Quiénes ves en la foto?
2. Wat voor relatie hebben ze? =  ¿Qué relación tienen?
3. Hoe zien ze eruit? =  ¿Cómo son y qué llevan?
4. Waar zijn ze ? =   ¿Dónde están?
5. Hoe voelen ze zich?  =  ¿Cómo se sienten?
6. Wat doen ze / wat gebeurt er? =    ¿Qué hacen? / ¿Qué pasa?
7. Wat is er (vooraf) gebeurd? = ¿Qué pasó? (let op: gebruik v.t.)
8. Wat gaan ze hierna doen? =   ¿Qué van a hacer después? (let op: gebruik futuro)


Slide 33 - Slide

foto 1: la fiesta de cumpleaños
1. En la foto veo a ....unos jóvenes/viejos/personas ....
2. Creo que son.......familiares/amigos/hermanos/enemigos...
3. Llevan....................ropa de verano/invierno. La chica lleva...
4. Están en................una casa/un jardín/ en la playa 
5. Se sienten ............felices/tristes/enfadados/mal/bien
6. Están (wat zijn ze aan het doen?).........comiendo/celebrando..
7. Compraron regalos / Han comprado regalos..
8. Después van a ......casa/un bar/dormir/comer/bailar etc. 

Slide 34 - Slide

  • Compañeros p. 57 eje 6-9
  • Examentekst
  • Pez de oro
  • Voorbereiding MO



Semana 5
19 may - 23 may

Slide 36 - Slide

  • Examentekst
  • Compañeros p. 58-59 eje 1-2,4
  • Pez de Oro
  • Voorbereiding MO

Semana 6
26 may - 30 may

Slide 37 - Slide