Grammatica - zinsdelen + woordsoorten

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

ZINSDELEN
Er volgen zo een aantal meerkeuzevragen. Kies het goede antwoord.

Slide 3 - Slide

Iedere zin heeft minimaal één persoonsvorm.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Welke vraag stel je om het onderwerp in de zin te vinden?
A
Wat/wie + wwg?
B
Wie/wat + wwg?

Slide 5 - Quiz

Als er geen lijdend voorwerp in de zin zit, zit er ook geen meewerkend voorwerp in de zin.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een zin kan meerdere bijwoordelijke bepalingen hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

ZINSDELEN
Je moet zo zelf zinnen gaan ontleden. Neem de dia’s die zo volgen goed door en ontleed de twee zinnen.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

De directeur heeft een mail aan alle docenten van het Montessori College gestuurd.

Slide 12 - Open question

Vorige week ben ik samen met mijn moeder naar de voorstelling gegaan.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

WOORDSOORTEN
Maak de volgende vragen over woordsoorten. Er zijn meerdere open vragen en één meerkeuzevraag.

Slide 15 - Slide

Noteer de drie lidwoorden.

Slide 16 - Open question

Noteer de bijvoeglijke naamwoorden:
Met loeiende sirenes voert de politie actie voor een betere cao.

Slide 17 - Open question

Noteer de zelfstandige naamwoorden:
De Nederlander Frans Duijts zingt soms in het Engels.

Slide 18 - Open question

Noteer de voorzetsels:
Sinds ik geabonneerd ben op Netflix, doe ik aan bingewatching.

Slide 19 - Open question

Er kunnen meer zelfstandige werkwoorden in een zin zitten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Noteer de hulpwerkwoorden:
Veel mensen hebben hun huis moeten ontvluchten.

Slide 21 - Open question

Noteer het zelfstandig werkwoord:
De actrice wil zich sterk maken voor vrouwenrechten in Hollywood.

Slide 22 - Open question

EINDE
Ga nu verder met het maken van de opdrachten in je boekje van Grammatica.

Slide 23 - Slide