Hoofdstuk 2.10 Zon, water en wind

2.10 Zon, water en wind

1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2.10 Zon, water en wind

Slide 1 - Slide

Leerdoel
  • Je kunt de mogelijkheden van zon, water en wind als energiebronnen vergelijken met andere energiebronnen.
  • Je kunt beschrijven en verklaren waar zon, water en wind als energiebronnen het best toegepast kunnen worden.

Slide 2 - Slide

Superschone energie

Zonne-energie, windenergie en hydro-elektriciteit.
Voordelen: Geen broeikasgassen
                  Onuitputtelijk
Nadelen:    waait niet altijd
                  zon schijnt niet altijd
                  Horizonvervuiling
                  

Slide 3 - Slide

Waar zou jij een 
windmolenpark 
bouwen? Rekening
houdend met 
horizonvervuiling

Slide 4 - Drag question

Windmolenparken
Klimaatakkoord (in 2030):
40% van totale energie uit wind

Slide 5 - Slide

Nederland als ideale locatie voor wind

Windmolens, stuwmeren en zonnepanelen nemen veel
ruimte in beslag dus concurentie om de ruimte.
Windmolens op zee is oplossing.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Energie uit zonkracht
  • Nadeel: Als de ... niet ... dan geen ...
  • Extra voordeel: hogere biodiversiteit
       door minder maaien

Slide 8 - Slide

Energie uit waterkracht

 In bergachtige gebieden
       water wordt opgevangen
        in een stuwmeer 
        Stroomt langs turbine
        energie wordt opgewekt

1
2
3

Slide 9 - Slide

 getijdencentrales 
 Maakt gebruik van de stroming van eb en vloed van de zee.
Een dam waarachter het water wordt opgeslagen tijdens vloed. Als het peil hoog genoeg is, gaat de dam open en stroomt het water langs turbines weer de zee in.
1
 Het andere type heeft geen dam en laat het water zowel bij eb als bij vloed langs de turbine stromen.
2

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Waar wel zonne-energie en hydro-electriciteit?

Aantal zonuren is in het zuiden van Europa hoog en de ruimte is in landen als Spanje minder schaars: grote zonneparken 
Bergachtige gebieden:hydroelektriciteit 

Slide 12 - Slide

Windenergie is hernieuwbaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat is geen fossiele energiebron?
A
Aardolie
B
Steenkool
C
Windenergie
D
Aardgas

Slide 14 - Quiz

Welke duurzame energiebron zie je hier?
A
Kernenergie
B
Waterkracht
C
Zonne-energie
D
Windenergie

Slide 15 - Quiz

De meeste groene / duurzame energie in Nederland komt uit
A
Aardgas
B
Zonne-energie
C
Windenergie
D
Bio-massa

Slide 16 - Quiz

Door uranium te splitsen krijg je:
A
de dampkring
B
kernenergie
C
windenergie
D
zonne-energie

Slide 17 - Quiz

Hieronder zie je zes voorbeelden van fossiele en duurzame energiebronnen. Herken jij ze? Zet ze bij het juiste rijtje
Fossiele energie
Duurzame energie

Slide 18 - Drag question

Sleep de energiebronnen naar de juiste plaats in het diagram.
4%
11%
38%
42%
Aardgas
Steenkool
Aardolie
Duurzame energie

Slide 19 - Drag question

Begrippen
hydro-elektriciteit
stuwmeer
getijdencentrale
concurrentie om de ruimte

Slide 20 - Slide

Huiswerk
Maak de opdrachten van paragraaf 10

Slide 21 - Slide