Taalcompleet A1 thema 1

Taalcompleet Thema 1 A1
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Taalcompleet Thema 1 A1

Slide 1 - Slide

de familie

Slide 2 - Mind map

de moeder van mijn moeder
de broer van mijn vader
de vrouw van mijn broer
mijn kind, het meisje
de zoon van mijn oom en tante
de kinderen van mijn kinderen
de oma
de oom
de schoonzus
de dochter
de neef
de kleinkinderen

Slide 3 - Drag question

ZIJN

Slide 4 - Slide

Ik _________ 24 jaar.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 5 - Quiz

Mijn vader _________ in huis.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 6 - Quiz

Mijn moeder en vader ________ getrouwd.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 7 - Quiz

Zij ________ broer en zus.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 8 - Quiz

_________ u mijn nieuwe docent?
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 9 - Quiz

Ahmed en Harun _________ in de klas.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 10 - Quiz

Danielle _________ niet getrouwd.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 11 - Quiz

HEBBEN

Slide 12 - Slide

Wij ________ geen geld.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 13 - Quiz

Ik _________ 5 kinderen.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 14 - Quiz

U _________ 8 kleinkinderen.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 15 - Quiz

__________ jullie kinderen?
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 16 - Quiz

Samira __________ haar mobiel gepakt.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 17 - Quiz

Karima en Mohamed _________ 1 kind.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 18 - Quiz

Ik _________ Nederlandse les.
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 19 - Quiz

MAAK DE ZIN
Schrijf de hoofdletter en de punt!!!!!!!

Slide 20 - Slide

klein

Slide 21 - Open question

vrouw

Slide 22 - Open question

man

Slide 23 - Open question

VRAGEN MAKEN

Slide 24 - Slide

________ is de docent?
De docent is buiten. 
_________ zie je?
Ik zie de toets.
_________ ben jij?
Ik ben Murat.
Wat
Waar
Wie

Slide 25 - Drag question

Wat
Waar
Wie
_________ kom je vandaan?
Ik kom uit Spanje.
_________ eet jij?
Ik eet pasta met groenten.
__________ is jouw zus?
Fatima is mijn zus.

Slide 26 - Drag question

KLAAR!

Slide 27 - Slide