4HA 21 mei in Teams

1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Goedemorgen 4HA

Telefoon in de tas


Eerst het dictee dan de rest.



Slide 2 - Slide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Zin 1 
Vandaag zijn we omringd door potentiële parasociale relaties: op zo'n beetje elk medium vechten vloggers en influencers om onze eenzijdige affectie. 
Examen 2025

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zin 2
En tijdens de coronalockdowns bloeiden er significant meer parasociale relaties op. 

(ook dat blijkt uit onderzoek)
Examen 2025

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Agenda

  • Dictee 
  • Paradox
  • Uitgelicht: tekstafhankelijke/  tekstonafhankelijke vragen                                                     
  • Opdrachten literatuur & leesvaardigheid




Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Paradox = schijnbare tegenstelling
* schrijven is de kunst van het schrappen
* niets is geheel waar en zelfs dat niet
* hoe meer ik weet, hoe meer ik weet dat ik niet weet

* Hoe vertel je iemand die slecht tegen kritiek kan,
 dat 'ie slecht tegen kritiek kan? 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Soorten vragen
Tekstafhankelijk/onafhankelijk

Vragen die te herleiden zijn naar de theorie

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag: 12:20-12:55 in stilte

1. Examentekst 1 blz. 210- 213, nakijken en evaluatie invullen
(2. Examentekst 2 blz. 218- 221 maken
---------------------------------------------------------------------
2. Lees in je boek & beantwoord vragen
--------------------------------------------------------------------
Geen spullen bij je: extra opdracht en bovenstaand is huiswerk

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Periode 3
Communicatie: H2-6 + H19-22 & Taal H 9 framing (=herhaling)

Literatuur: H1-3 + H11-14

2de Boek (4de literair werk): individueel 
www. lezenvoordelijst



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waarom literatuur? 
1. het ontwikkelt je taalvaardigheid, maar ook ..............

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

10 redenen om te lezen
........... 2. Lezen ontwikkelt het denken en verbeelden 3. Lezen verschaft prikkels aan het brein
4. Lezen geeft kennis en inzichten   5. Lezen traint de concentratie   6. Lezen ontwikkelt het zelfinzicht  7. Lezen leert over de ander  8. Lezen leert over mogelijke consequenties
9. Lezen geeft inzicht in normen, regels en gebruiken
10. Lezen ondersteunt de identiteitsontwikkeling








Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Boekentips: Hoe zoek je een boek?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Uitgelicht: leesvaardigheid
Vraag 2,3 en 6
aanbeveling/ constatering
opsomming/stelling/vergelijking

Nuancering: standpunt iets afzwakken door aan te geven dat er meerdere gezichtspunten mogelijk zijn. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

H 1-3
- Wat levert (fictie) lezen op?
- Genres (soorten)
- novelle (ong. 100 blz.) /roman 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat is literatuur/kunst?
Literaire auteurs schrijven ‘beter’ (normatief!!!) omdat:
Inhoud: literatuur wil de lezer aan het denken zetten, vernieuwend zijn.
Vorm: een grotere woordenschat, vernuftigere constructie, gevarieerdere de zinsconstructie ……
Personages worden uitgediept, verhaal zit goed in elkaar, het is niet overduidelijk …..

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

H 11 Het vertellen van verhalen
Personages: hoe leer je 'wie' ze zijn?

Expliciete karakterisering: "Hij was een ingewikkeld figuur om mee te leven". 
Impliciete karakterisering: je ontdekt zelf het karakter.

Maakt een personage een ontwikkeling door? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

H 11 Het vertellen van verhalen II
Plot > (belangrijkste) gebeurtenis(sen) in een verhaal
Verhaalstructuur: chronologisch, flashbacks/flashforwards
Tijd: welke tijd, vertelde tijd/vertel tijd
Een zin over één jaar/Heel boek over één dag
Ruimte/setting/sfeer
Perspectief: Ik/personale verteller/alwetende verteller
Schrijfstijl: sober, ironisch, metaforisch, makkelijke/moeilijke taal

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Genres (soorten)
Waarom? 
Hoofdcategorieën (Inhoud)
Avonturenroman, psychologische roman, Ideeënroman 

omvang
kort verhaal, novelle, roman


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Genre H3 blz. 136


Een genre is een verhaalsoort


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Het vertellen van verhalen h 11
narratologie

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Literair werk
1) ALLEEN van www.lezenvoordelijst.nl    leeftijd 15 t/m 18   vanaf niveau 2

2) Andere boeken van schrijver mogen in overleg

3) Kies 2 titels reserveer in Aura-app of eigen bibliotheek


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Betoog

Slide 24 - Mind map

This item has no instructions

Argumentatie

Slide 25 - Mind map

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Controlevragen
A
a.
B
b.
C
c.
D
d.

Slide 28 - Quiz

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de les gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt willekeurig leerlingen met open vragen. De docent stimuleert kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen elkaars werk te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden te gebruiken, gevolgd door geïnformeerde vervolgstappen.
    Begrippen uit deze les

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Exit ticket;

Slide 30 - Open question

This item has no instructions