H12.2 Vetten

H12.2 Vetten 
Havo 5
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H12.2 Vetten 
Havo 5

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Aan het einde weet je:

  • De functie van oliën, vetten en essentiële vetzuren;
  • De moleculaire bouw van een olie of vet;
  • Hoe een olie of vet wordt gevormd of afgebroken

Slide 2 - Slide

Vet in lichaam
  • vetten in voedsel naar vet- en levercellen
  • als energiebuffer of omgezet in vetzuren en glycerol (hydrolyse)
  • vetzuren en glycerol naar plek waar energie nodig is
  • verbranding

  • Vetzuren die het lichaam niet zelf kan maken = essentiële vetzuren (onverzadigde vetzuren) 

Slide 3 - Slide

Functie van vetten
  • Energiebron en reserve opslag voor energie.
  • Opbouw van de celmembraan (bestaat uit fosfolipiden: vetzuurstaarten + kop van fosfaten) --> transport van stoffen de cel in en uit
  • Isoleren en beschermen van organen.
  • Bouwsteen voor hormonen.

Slide 4 - Slide

Bouw van olie of vet
  • Een vet of olie is een tri-ester van glycerol (propaan-1,2,3-triol) 
  • Vet wordt ook wel triglyceride genoemd.
  • In een vet zijn esterbindingen aanwezig.
  • Binas tabel 67G

Slide 5 - Slide

Verzadigde en onverzadigde vetten
  • Verzadigd vetzuur = alleen enkele C-C bindingen aanwezig.
  • Onverzadigd (enkelvoudig of meervoudig) vetzuur = 1 of meer dubbele C=C bindingen aanwezig.

  • Verzadigde vetten zijn slecht voor de gezondheid -> celmembraan wordt minder flexibel.

Slide 6 - Slide

Verzadigde en onverzadigde vetten






    • Door dubbele bindingen -> kleinere molecuulmassa -> zwakkere Vanderwaalsbindingen en dus lager kook- en smeltpunt 

    • Verzadigde vetten zijn vast bij kamertemperatuur
    • Onverzadigde vetten zijn vloeibaar bij kamertemperatuur.

    Slide 7 - Slide

    Vet vormen of afbreken
    d.m.v. hydrolyse

    Slide 8 - Slide

    Is dit een olie
    of een vet?
    A
    Olie
    B
    Vet

    Slide 9 - Quiz

    Uit welke 2 stoffen
    is deze tri-ester
    gemaakt?
    A
    glycerol en palmitinezuur
    B
    glycerol en stearinezuur
    C
    glycerol en oliezuur
    D
    glycerol en linolzuur

    Slide 10 - Quiz

    Welke vetzuren zijn in dit vet veresterd?
    A
    2x oliezuur 1x palmitinezuur
    B
    2x stearinezuur 1x palmitinezuur
    C
    2x palmitinezuur 1x oliezuur
    D
    2x palmitinezuur 1x stearinezuur

    Slide 11 - Quiz

    Hoeveel dubbele bindingen
    zijn aanwezig in deze tri-ester?
    A
    1
    B
    2
    C
    3
    D
    4

    Slide 12 - Quiz

    hoeveel vetzuren
    zijn onverzadigd
    in deze tri-ester?
    A
    1
    B
    2
    C
    3
    D
    0

    Slide 13 - Quiz

    Opgave 4
    a) Glyceroltristearaat is het vet dat je kunt maken van stearinezuur en glycerol. Geef de vergelijking van de hydrolyse van dit vet in structuurformules waarin je de vetzuurstaart aangeeft met het juiste aantal C- en H-atomen.

    Slide 14 - Open question

    Glyceryltristearaat kun je maken met glyceryltrioleaat (zie binas 67G en waterstof). b) Hoe heet dit type reactie?
    c) Leg uit hoeveel mol waterstof nodig is per mol glyceryltrioleaat.
    d) Bereken hoeveel gram waterstof nodig is om 1,00 kg glyceryltrioleaat volledig op deze manier te laten reageren.

    Slide 15 - Open question

    Slide 16 - Slide

    Slide 17 - Slide

    Leerdoelen

    Je weet nu:

    • De functie van oliën, vetten en essentiële vetzuren;
    • De moleculaire bouw van een olie of vet;
    • Hoe een olie of vet wordt gevormd of afgebroken

    Slide 18 - Slide