CG1, capítulo 10

• Spaans

Wat betekent het werkwoord saber?

Wat betekent het werkwoord poder?

Saber:  kunnen, weten

Gebruik: kennis, vaardigheid

Sé hablar español. 

¿Sabes conducir un coche?

Sé cocinar bien.

zie ook R&S WB p. 102                Maak Nr. 4 WB p.94                    

Poder: kunnen 

Gebruik: mogelijkheid, toestemming 

Puedo ir a pie al trabajo.

No podemos salir hoy.

No puedo ayudarte con la tarea.

¿Puedo pagar con tarjeta?

Elige la forma correcta (kies de juiste vorm) de 'saber' o 'poder'

Paco, ¿tú .... bailar sevillanas?

1. puedes
2. sabes
3. puede
4. sabe

Het liedje dat je gaat luisteren heet ‘Vivir mi vida’. Wat betekent deze titel? En waar denk je dat het liedje over gaat?

"Vivir mi vida"

Wanneer gebruik je ir+a+infinitivo en wat is de regel?

huilen

luisteren

lachen 

lijden

leven

dansen

genieten

llorar

sufrir

vivir

reír

escuchar

bailar

gozar

¿Qué significa: voy a bailar?

¿Qué significa: voy a reír?

¿Qué significa: voy a vivir?

¿Qué significa: voy a gozar?

Nabije toekomende tijd

 (el futuro inmediato)

Hoe zeg je iets over wat je binnenkort gaat doen?

Om in het Spaans iets te zeggen over iets wat je binnenkort gaat doen, heb je 3 dingen nodig:

1. Het werkwoord IR >>> vervoegd als: voy, vas , va, vamos, vais , van
   
2.  het voorzetsel A 
   
3. een heel werkwoord ( dus niet vervoegd!): ser, hablar , escribir, comer etc.

Voorbeelden:

Este fin de semana voy a comer en un restaurante

Esta noche va a hablar con su novia.

El domingo vamos a jugar al fútbol

 = 

Vervoeging van IR 

+ A

+ heel werkwoord

DORMIR (futuro inmediato, vosotros)

COMER (ellos, futuro inmediato)

DORMIR (futuro inmediato, vosotros)

+ a + 

¿Qué vas a hacer este fin de semana?

Vocabulario:
Wat is de juiste vertaling van: 'het huisdier'?

1. el mascot
2. la mascota
3. el casa animal
4. el plan

Vocabulario:
Wat is de juiste vertaling van: 'motor rijden'

1. conducir una moto
2. cuidar una moto
3. salir una moto
4. esquiar una moto

Vocabulario:
Wat is de juiste vertaling van: 'zorgen'

1. poder
2. saber
3. elija
4. cuidar

Schrijf de juiste vertaling van 'gaan hardlopen'

Schrijf de juiste vertaling van het woord: 'oke, afgesproken'