Straat 2.3 Grammatica

 Pak je leesboek
       15 minuten lezen.

timer
15:00
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

 Pak je leesboek
       15 minuten lezen.

timer
15:00

Slide 1 - Slide

Zo starten wij de les:
Groene tijd: 
Rustig gaan zitten, telefoon op stil en in je tas. 
Pak je Chromebook en ga naar LessonUp. Code op white board. 
Login met je eigen naam!
Ingelogd? Draai je scherm naar mij toe.
               
Oranje tijd: 
Klassikaal uitleg en zelfstandig werken.
         
Blauwe tijd: 
Opdrachten afronden, exit ticket en rustig opruimen.

Vandaag
2.3 Grammatica 
B Deel 1
C Deel 2

Bedrijvende of lijdende vorm

Slide 2 - Slide

Wat zie je op het plaatje?

Slide 3 - Slide

Heb je al eens gehoord van de lijdende en bedrijvende vorm van een zin?
Ja
Ooit, maar weet het niet meer.
Nog noooooit van gehoord.

Slide 4 - Poll



✅ Lesdoel  

Aan het einde van de les kun je:

1. vertellen wat het verschil tussen bedrijvende of lijdende vorm is.
2. een zin veranderen van lijdend naar bedrijvend, en andersom.

Slide 5 - Slide

💡 Waarom leren we dit?
Omdat je dan:

zinnen beter snapt;

duidelijker leert schrijven;

handiger wordt met taaltoetsen en begrijpend lezen.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld:

 De kok bakt de pannenkoeken.
of
                     De pannenkoeken worden gebakken door de kok.          

Wat is het verschil?
Gebruik de "wie/wat+gez." vraag.

Slide 7 - Slide

Het verschil
  •  De kok bakt de pannenkoeken.
  • De kok is aan het bakken.
  • Bedrijvend = actief: je (het onderwerp) doet iets.

  •  De pannenkoeken worden gebakken door de kok. 
  • De pannenkoeken worden gebakken, kunnen zij niet aan doen.
  • Lijdend = passief: je (het onderwerp) ondergaat iets.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Ezelsbruggetje(s)
In een lijdende (passieve) zin bestaat de persoonsvorm altijd uit een vorm van 'worden' of 'zijn'.
Mijn mobieltje werd door de docent ingenomen.

Er staat altijd een voltooid deelwoord in een lijdende zin.
Mijn mobieltje werd door de docent ingenomen.

De docent heeft mijn mobieltje ingenomen.
De docent nam mijn mobieltje in.

Slide 10 - Slide

De ouders van het vermiste meisje hadden een krant gekocht bij de plaatselijke supermarkt.

Is deze zin bedrijvend of lijdend?
A
bedrijvend
B
lijdend

Slide 11 - Quiz

Bedrijvend / actief
Lijdend / passief
Het team legde in ruim drie maanden tijd alle puzzelstukjes bij elkaar.
De man aan de kant van de weg heeft de politieagent zijn verhaal verteld.         
De ramptoeristen werden naar een andere baan geleid door de verkeersbegeleiders.
Gedurende het gehele onderzoek wordt de politie door de forensisch arts bijgestaan.
De oplossing is op tijd meegedeeld door het hoofd van de recherche.

Slide 12 - Drag question

Maak van de zin een lijdende vorm.

De ouders van het vermiste meisje hadden een krant gekocht.

Slide 13 - Open question

Uitleg bij het antwoord.
De ouders van het vermiste meisje hadden een krant gekocht bij de plaatselijke supermarkt.
Je maakt de zin lijdend door:
Van het lijdend voorwerp (een krant) het onderwerp maken:

Een krant was gekocht door de ouders van het vermiste meisje.

Het gezegde uit te breiden met een vorm van het werkwoord ‘zijn’:

Een krant was gekocht door de ouders van het vermiste meisje.

Slide 14 - Slide

Maak van de zin een bedrijvende/actieve vorm.

Alle gegevens werden netjes uitgewerkt door de journalisten.

Slide 15 - Open question

Uitleg bij het antwoord.
Alle gegevens werden netjes uitgewerkt door de journalisten.
Je maakt een lijdende zin bedrijvend door:

Van het onderwerp (de informatie) het lijdend voorwerp te maken; 

De technische recherche geeft de informatie twee keer per dag door.

Het werkwoord ‘wordt’ te verwijderen;

Slide 16 - Slide

Nu maken
Learnbeat 
Straat 2.3 Grammatica en formuleren
B Deel 1: Grammatica: Zinsdeel: Bedrijvende en lijdende

Bij 70% goed beantwoord mag je nakijken.

Niet af? Huiswerk!

Alles in stilte, heb je een vraag steek je vinger op.
timer
20:00

Slide 17 - Slide

Blauwe tijd: afronden en evalueren.
Lesdoel 1
Ik weet het verschil tussen een bedrijvende en lijdende vorm en kan deze uitleggen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Lesdoel 2
Ik kan van een bedrijvende zin een lijdende zin maken en andersom.
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll

Reflectie:
Wat ging bij jou goed tijdens deze les?
Wat kan nog iets beter? Hoe ga je dat verbeteren? Denk ook aan je gedrag, inzet etc.

Slide 20 - Open question

Feedback:
Wat vond je fijn/goed aan deze les?
Wat zou je liever anders willen zien?

Slide 21 - Open question

Volgende keer:

Verder met 2.3 Grammatica C deel 2, soorten werkwoorden.



Graag je tafel netjes zetten en stoel aanschuiven.
Dank je wel en een fijne dag verder!

Slide 22 - Slide