6.1 Vergrotingsfactor

Wiskunde Hoofdstuk 6.1

Pak voor je:
  • Wiskundeboek blz. 62
  • Rekenmachine
Vergroten en verkleinen

We leren vandaag de vergrotingsfactor te berekenen. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Wiskunde Hoofdstuk 6.1

Pak voor je:
  • Wiskundeboek blz. 62
  • Rekenmachine
Vergroten en verkleinen

We leren vandaag de vergrotingsfactor te berekenen. 

Slide 1 - Slide

Wat leer je in dit hoofdstuk?
  • Je leert wat een vergrotingsfactor is
  • Je leert wat een verkleiningsfactor is
  • Je leert hoe je kunt rekenen met een vergrotingsfactor
  • Je leert hoe je kunt rekenen met schaal en schaallijn
  • Je leert wat gelijkvormigheid is 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
Doel van deze les: je weet wat de vergrotingsfactor is.

  1. Paragraaf 6.1 afmaken
  2. Theorie
  3. Zelf aan de slag
PAK JE BOEK VOOR JE OP BLZ. 62 en schrijf mee

Slide 3 - Slide

10 cm
6cm
9cm
15cm
Origineel
Beeld

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
AB = 2 cm (origineel)
A'B' = 3 cm (beeld)

vergrotingsfactor = 3 : 2 = 1,5 


Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 7 - Slide

Vergrotingsfactor
Bereken de vergrotingsfactor. 
Het 1e plaatje is het origineel. 

4,5 : 3 = 1,5
De vergrotingsfactor is dus 1,5
Vergrotingsfactor = lengte beeld : lengte origineel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Rekenen met vergrotingsfactor

Slide 10 - Slide

Ik wil de vergrotingsfactor 3,5 gebruiken. Hoe breed wordt de nieuwe poster?
10cm
15 cm

Slide 11 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1 t/m 10 blz. 58 t/m 62

Slide 12 - Slide

Verkleinen (= vergroten)
Om de 'vergrotings'factor te bepalen gebruik je dezelfde formule: 
beeld : origineel

4 : 8 = 0,5
Je vergrotingsfactor = 0,5
Bij verkleinen komt het antwoord altijd onder 0 uit dus 0,....

Slide 13 - Slide

Verkleining
In de vorige opdracht was de uitkomst 0,5.
Dit is kleiner dan 1, dat betekent dus dat de figuur kleiner wordt, dat zie je ook in het beeld.

Dus...... een verkleining noem je een vergroting, omdat de vergrotingsfactor kleiner is dan 1.

Slide 14 - Slide

Origineel
Beeld
35 cm
14 cm
Wat is de vergrotingsfactor? Reken uit!

Slide 15 - Slide

Zelf maken
Paragraaf 6.1 afmaken.

Opdracht 11 t/m 17 blz. 62 t/m 66

Klaar nakijken!!

Daarna Squla rekenen!

Slide 16 - Slide