H 2.1 Getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Wat gaan we deze les doen?

- Huiswerk nakijken

- Terugblik

- Rekenbreak

- Doelen van deze les

- Theorie

- Huiswerk

Huiswerk nakijken

Nakijken 

opg. 7, 9, 10, 11, 12

Terugblik

- Ik kan handig rekenen.  

 

- Ik fris mijn kennis van het rekenen van de   basisschool op. 

9 x 5 =

1. 35
2. 45
3. 55
4. 65

5 x 2 x …. = 60

1. 6
2. 10
3. 12
4. 30

Welk getal zit in de tafel van 8?

1. 20
2. 34
3. 54
4. 56

Aan het eind van de les: (les 1)

- Ik weet dat een getal uit cijfers bestaat. 

- Ik ken de waarde van de cijfers in een getal (tot 2 cijfers achter de   

   komma). 

- Ik kan grote getallen (miljoen, miljard) schrijven in woorden en cijfers. 

- Ik ken het begrip deler en delers van een getal en kan hier mee 

   rekenen. 

- Ik ken het begrip veelvouden en kan hier mee rekenen. 

Aan het eind van de les: (les 2)

- Ik weet wat even en oneven getallen zijn en weet waar ik deze aan kan      herkennen. 

- Ik ken het verschil tussen gehele en decimale getallen. 

- Ik kan decimale getallen op een getallenlijn plaatsen. 

- Ik ken de begrippen: getallen met één en twee (etc.) decimalen. 

- Ik ken de waarde van de 7  Romeinse cijfers. 

- Ik kan de waarde van samengestelde Romeinse cijfers opschrijven.

blz. 60

Opgave 2 (blz. 60)

aantal

240

aantal

blz. 61

blz. 62

Opgave 6 (blz. 62)

aantal

240

aantal

Opgave 7 (blz. 62)

aantal

240

aantal

blz. 63

Opgave 7 (blz. 62)

aantal

240

aantal

blz. 63

blz. 64

Opgave 7 (blz. 62)

aantal

240

aantal

blz. 64

blz. 65

Opgave 15a
Schrijf alle even getallen op tussen
13 en 27

Opgave 15b
Schrijf alle oneven getallen op tussen
17 en 33

blz. 66

0

0

Opgave 20a
Wat is een decimaal?

Opgave 20b
Wat is een decimaal getal?

Opgave 20c
Geef een voorbeeld van een heel getal.

blz. 68

Opgave E3 (blz. 68)

aantal

240

aantal

Aan het eind van de les: (les 1)

- Ik weet dat een getal uit cijfers bestaat. 

- Ik ken de waarde van de cijfers in een getal (tot 2 cijfers achter de   

   komma). 

- Ik kan grote getallen (miljoen, miljard) schrijven in woorden en cijfers. 

- Ik ken het begrip deler en delers van een getal en kan hier mee 

   rekenen. 

- Ik ken het begrip veelvouden en kan hier mee rekenen. 

Aan het eind van de les: (les 2)

- Ik weet wat even en oneven getallen zijn en weet waar ik deze aan kan      herkennen. 

- Ik ken het verschil tussen gehele en decimale getallen. 

- Ik kan decimale getallen op een getallenlijn plaatsen. 

- Ik ken de begrippen: getallen met één en twee (etc.) decimalen. 

- Ik ken de waarde van de 7  Romeinse cijfers. 

- Ik kan de waarde van samengestelde Romeinse cijfers opschrijven.

Huiswerk

H 2.1 Getallen

opg. 3, 4, 8, 11, 13, 14

H 2.1 Getallen

opg. 16, 17, 21, 22, 

23, 24, E4, E5