Dagvoorbereiding

Goedemorgen groep 5!
We gaan er weer een fijne dag van maken. 

Leg je laptop op tafel en zoek met je leesboek een plekje in de klas waar je lekker kunt lezen. Veel plezier!


1 / 34
next
Slide 1: Slide
BasisschoolGroep 5

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Goedemorgen groep 5!
We gaan er weer een fijne dag van maken. 

Leg je laptop op tafel en zoek met je leesboek een plekje in de klas waar je lekker kunt lezen. Veel plezier!


Slide 1 - Slide

Rekenen

Doel: 
Ik leer de begrippen vooraanzicht, zijaanzicht en bovenaanzicht kennen en toepassen. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Blok 2 week 3 les 3
Maak opgave 1 en 2.
Vul je doelenblad in. 

Klaar?
Maak opgave 0. 
Kijk op je doelenblad. Wat moet je nog extra oefenen?
Werk aan je persoonlijke doelen. 

Slide 8 - Slide

De milieubewuste school
Doel: zie doel op ons doelenbord. 

1. Wat willen we bereiken?
2. Wat gaan we daarvoor doen?
3. Wat hebben we nodig van school/ gemeente?


Slide 9 - Slide

Woordenschat
Doel: 
Ik kan uitleggen wat de in dit blok geleerde woorden betekenen. 

Slide 10 - Slide

Quiz time!
Kijk goed naar de volgende afbeeldingen en beantwoord de quiz vraag. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welk woord past het beste bij de afbeelding die je zag?
A
Bevroren
B
Gezwollen
C
De ingreep
D
De pleister

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Welk woord past het beste bij de afbeelding die je zag?
A
Het ziekenhuis
B
Dichtmaken
C
De ingreep
D
De patiënt

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Welk woord past het beste bij de afbeelding die je zag?
A
De ziekenhuisopname
B
Het bed
C
De vergadering
D
De narcose

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Welk woord past het beste bij de afbeelding die je zag?
A
Het geschenk
B
In het huwelijk treden
C
De traditie
D
De prijs

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Welk woord past het beste bij de afbeelding die je zag?
A
De postbode
B
De verkering
C
De traditie
D
Het bruidspaar

Slide 21 - Quiz

Ze gooien rijst over het pas getrouwde stel. 

Slide 22 - Slide

Welk woord past het beste bij de afbeelding die je zag?
A
De bruiloft
B
Het huwelijk
C
Traditioneel
D
Het geschenk

Slide 23 - Quiz

Quiz time
Welk woord past er niet bij?

Slide 24 - Slide

Wat hoort er niet bij?
A
Ontwaken
B
De ziekenhuisopname
C
De kastanjeboom
D
De ingreep

Slide 25 - Quiz

Wat hoort er niet bij?
A
Het bruidspaar
B
De verkering
C
In het huwelijk treden
D
De bruidegom

Slide 26 - Quiz

Quiz time
Wat betekenen de uitdrukkingen?

Slide 27 - Slide

Op een oor liggen
A
Goed luisteren
B
Iemand helpen
C
Bang zijn
D
Slapen

Slide 28 - Quiz

Het hoog in je bol hebben
A
Enthousiast zijn
B
Als je nergens zin in hebt
C
Jezelf geweldig vinden
D
Heel hard rennen

Slide 29 - Quiz

Niet op je mondje gevallen zijn
A
Jezelf geen pijn doen
B
Ergens anders op gevallen zijn
C
Verbaasd zijn
D
Durven zeggen wat je ergens van vindt

Slide 30 - Quiz

Taal
Herhaling blok 2

Pak je doelenblad en omcirkel de lessen die jij lastig vindt.

Slide 31 - Slide

blok 2 herhaling
Werk aan je persoonlijke doelen of volg de extra instructie(s).

Let op...
...het gebruik van je blokje.
...de geluidsmeter. 

Slide 32 - Slide

Spelling
Doel: Ik kan uitleggen welke spellingafspraak hoort bij woorden met -eeuw, -ieuw, -uw

Slide 33 - Slide

Thema 2 herhalingsweek
Les 13

Klaar?
Schrijf 3 mooie zinnen met zoveel mogelijk woorden met de spellingafspraak van vandaag. 

Slide 34 - Slide