overtreffende trap

• Taal
• Basisschool
• Groep 5

wat is de overteffende trap van groot

1. groot- grooter - groterst
2. groot-groter- grootst
3. groot - groter- groters
4. groot- heel groot- nog groter

wat komt er achter bij een regelmatige trap

1. er - st
2. e - ert
3. der - st
4. heel wat ander

vul de ontbrekende woorden in
van flink

1. flinkst - heel flink
2. flinkst - flinker
3. flinker - flinkst
4. flinke - flinkst

vul de ontbrekende woorden in
van oud

1. ouder - oudst
2. ouder - ouderst
3. oudst - heel oud
4. oudst - ouderst

regelmatige trap van vergelijking

altijd:

groot 

groter

grootst

onregelmatige trap van vergelijking

3x

eindigt op een r 

lekker

lekkerder

lekkerst

eindigt op een s

wijs

wijzer

wijst

veranderd helemaal

weinig

minder 

minst

ik kan...........fietsen dan jij

1. snel
2. snelst
3. sneller
4. snelderst

dit hondje is net zo ........als een poes

1. groter
2. groterde
3. grootst
4. groot

maak af
veel..........

1. veler - het veelst
2. meer - meest
3. meerder - meest
4. veler - meeste

maak het af
graag

1. grager - graagst
2. grager - het liefst
3. graagder - graagst
4. liever - liefst

wat is een bevel zin

Het begint met een werkwoord en heeft geen WIE gedeelte

wat is een bevel zin

1. Dek je de tafel?
2. nu!
3. Dek de tafel !
4. wil je de tafel dekken?

wat is een bevel zin

1. Ik wil!
2. opruimen jij !
3. Wil je opruimen?
4. Ruim op !

wat heb je nodig voor een bevel zin

1. werkwoord en een uitroepteken
2. een wie deel en een uitroepteken
3. een werkwoord en een wie deel
4. een werkwoord en een punt

wat hoort hier achter de zin
Moet je je veter niet strikken

1. .
2. ?
3. !

wat moet er achter deze zin
Maak je veter vast