1TL - CH3, klokkijken en dagen van de week

Dagen van de week & klokkijken
Dit lesonderdeel heeft twee doelen:
1. je leert en herhaalt de kennis van vorige les
2. je weet of je extra uitleg of herhaling nodig hebt
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dagen van de week & klokkijken
Dit lesonderdeel heeft twee doelen:
1. je leert en herhaalt de kennis van vorige les
2. je weet of je extra uitleg of herhaling nodig hebt

Slide 1 - Slide

welke dagen van de week ken je in het Frans? Schrijf ze op.

Slide 2 - Mind map

Sleep de Nederlandse dagen naar de passende Franse dagen.
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
mardi
lundi
mercredi
jeudi
vendredi
samedi
dimanche

Slide 3 - Drag question

Hoe goed ken je de dagen van de week?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Slide 5 - Slide

Cherchez une image sur l'internet
IL EST TROIS HEURES

Slide 6 - Open question

Cherchez une image sur l'internet
IL EST HUIT HEURES ET DEMIE

Slide 7 - Open question

12 uur overdag en 's nachts
Il est midi
Il est minuit
et demi
et quart
moins le quart
Basiszin
Toevoeging

Slide 8 - Slide

Zet de tekst bij het passende plaatje
Il est midi
Il est minuit

Slide 9 - Drag question


Het is half zeven
A
il est sept heures et demie
B
il est six heures et demie

Slide 10 - Quiz


Het is kwart voor tien
A
il est neuf heures et quart
B
il est neuf heures moins le quart
C
il est dix heures moins le quart
D
il est dix heures et quart

Slide 11 - Quiz


Het is kwart over één.
A
il est une heure et quart
B
il est une heures et quart
C
il est une heures moins le quart
D
il est une heure moins le quart

Slide 12 - Quiz

Schrijf in het Frans:
HOE LAAT IS HET?

Slide 13 - Open question

Hoe vraag je in het Frans:
HOE LAAT GA JE NAAR SCHOOL?
A
À quelle heure tu vas à la maison?
B
À quelle heure tu vas à l'école?
C
Il est quelle heure?
D
Il est quelle heure à l'école?

Slide 14 - Quiz

Hoe zeg je in het Frans:
Om half negen heb ik Franse les.
A
À neuf heures et demie, j'ai le français.
B
À huit heures et demie, j'ai l'anglais.
C
À neuf heures et demie, j'ai l'anglais.
D
À huit heures et demie, j'ai le français.

Slide 15 - Quiz

Schrijf in het Frans:
HET IS KWART VOOR ÉÉN.

Slide 16 - Open question

SCHRIJF IN HET FRANS:
HET IS HALF VIER

Slide 17 - Open question

Hoe goed kun je klokkijken in het Frans?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Wat heb je nodig/ga je doen om (nog) beter te worden in klokkijken?

Slide 19 - Open question