Boek lezen + opdrachten

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesplanning
  • 15 minuten lezen
  • Lezen, Luisteren en Kijken H1.4
  • Werken aan opdrachten

Slide 2 - Slide

timer
15:00

Slide 3 - Slide

Artikel schrijven
Wat is een artikel?

Slide 4 - Slide

Opbouw artikel
- Plaats boven je artikel een passende titel
- In de inleiding staat de aanleiding van je artikel: waarom je het artikel schrijft
- In het middenstuk (kern) staat de meeste informatie (wat, waarom, waarover..)
- In het slot staat wat je hoopt te bereiken met het artikel
- Zet je naam onder het artikel

Al deze onderdelen zijn losse alinea's!

Slide 5 - Slide

Doel artikel
Informatie geven over een bepaald onderwerp.
De tekst bevat vooral feiten en het is belangrijk dat je kan controleren waar de informatie vandaan komt.

Voorbeelden van artikelen zijn:
- Een verslag van een festival in de krant of op een nieuwssite
- Een tekst over de nieuwste modetrends in een (online) magazine

Slide 6 - Slide

Schrijven in fasen

Als je een langere tekst schrijft, zoals een artikel, dan is het handig om vooraf een plan te hebben.

Hoe pak jij dat aan?

Slide 7 - Slide

Maak een schrijfplan
  • Bepaal het onderwerp
  • Bepaal je schrijfdoel
  • Bepaal je doelgroep (en informeel of formeel)
  • Bepaal de volgorde van de deelonderwerpen of argumenten (zorg dat de verplichte inhoud is verwerkt in het schrijfschema)
  • Bepaal de opbouw (inleiding, kern en slot)

Slide 8 - Slide

Schrijfplan

Slide 9 - Slide

Opdracht: krantenartikel
In deze opdracht maak je een krantenartikel aan de hand van het drie fasen schrijfproces: voorbereiden, uitvoeren en controleren en verbeteren. 

De opdrachten A t/m D werk je uit in één Word-document. Deze lever je uiteindelijk in bij de opdracht in Teams.

Slide 10 - Slide

A Schrijfproduct voorbereiden

Je gaat een krantenartikel (nieuwsbericht) schrijven over een belangrijke gebeurtenis uit het boek dat je hebt gelezen.
1. Kies een onderwerp dat niet te breed is, maar ook niet te beperkt.
2. Het hoofddoel (schrijfdoel) is informeren.
3. Bepaal je doelgroep zo precies mogelijk. Hierdoor kun je inschatten wat je wel en niet uitgebreid moet uitleggen en welke ‘toon’ je gaat gebruiken.
4. Vul het schrijfplan. Met behulp van de 5w+h-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe) bedenk je een deel van de inhoud (deelonderwerpen). Zet de deelonderwerpen in een logische volgorde. Geef in steekwoorden kort de inhoud van de alinea’s aan. De inhoud moet gebaseerd zijn op een gebeurtenis uit het boek, maar je mag het aanvullen met je eigen fantasie!
Vind je het lastig om iets te bedenken? Maak dan eerst een mindmap van de gebeurtenis.

Slide 11 - Slide


Vind je het lastig om iets te bedenken? Maak dan eerst een mindmap van de gebeurtenis.

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Ga aan de slag met opdracht A: krantenartikel voorbereiden

Slide 13 - Slide

Opdracht B: krantenartikel schrijven
Ga aan de slag met opdracht B: krantenartikel schrijven
Let bij het schrijven op het volgende: 
- De tekst komt in een krant/tijdschrift, dus houd het anoniem, noem geen namen. 
- Moet 'oprolbaar' zijn: de belangrijkste informatie (meeste nieuwswaarde) noem je eerst (beantwoording wie, wat, waar, waarom, wanneer, hoe)
- je schrijft de teksten zelf en in eigen woorden. Bronnen gebruikt? Noteer deze dan onder je artikel
- Maak geen gebruik van een chatbot. Bij vermoeden een 1!

Klaar? Geef feedback op een schrijfproduct van een klasgenoot. Pas het schrijfproduct naar aanleiding van de feedback aan. Deadline = zondag 24 maart

Slide 14 - Slide

Recensie-opdracht
  • Beantwoord de vragen over de recensie die jij gevonden hebt over je gekozen boek. Lever de recensie, de vragen en de antwoorden in bij de opdracht in Teams.

  • De vragen vind je bij de opdracht. 

Slide 15 - Slide

Fakebookpagina
Maak een fictieve Facebookpagina aan van een personage uit je boek. Doe dit met behulp van deze website: http://www.classtools.net/FB/home-page

Uit het profiel moet je veel te weten komen over het personage, zijn vrienden, school, werk, etc. Ook zet je posts op de pagina naar aanleiding van gebeurtenissen uit het boek.
  • Maak een profiel aan met zoveel mogelijk kenmerken die je van het personage weet.
  • Voeg een foto van het personage toe en een achtergrondfoto passend bij het boek/personage.
  • Plaats minstens 4 posts (zelf geschreven, per post ongeveer 100 woorden). Schrijf de posts naar aanleiding van gebeurtenissen uit het boek.
  • Maak printscreens van je Fakebookpagina en zet dit in een Word-document. 
  • Upload het document bij de opdracht in Teams.










Slide 16 - Slide

Voorkant boek ontwerpen
  • Maak een nieuwe voorkant in Canva van het boek dat je leest
  • Zorg dat je alle benodigde informatie erop zet (denk aan: titel, schrijver, uitgever, etc.)
  • Zorg dat het compleet anders is dan de huidige omslag van het boek. Wees creatief!
  • Beschrijf in 100 woorden waarom deze voorkant past bij de inhoud van het boek.
  • Lever de uitwerking in bij de opdracht in Teams

Slide 17 - Slide

Gedichten
  • Zoek drie gedichten die bij het verhaal passen.
  • Kopieer deze en plak ze in een Word-document. Zet er duidelijk bij wie de schrijver van het gedicht is en waar je het gedicht vandaan hebt (bronvermelding).
  • Per gedicht leg je in minimaal 100 woorden uit waarom je het gekozen hebt. Verwijs daarbij naar fragmenten, bladzijden, hoofdstukken uit het boek. 

Slide 18 - Slide