woordvolgorde en leesvaardigheid

woordvolgorde en leesvaardigheid
Welkom M3D
Leg je pen en papier op tafel. 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

woordvolgorde en leesvaardigheid
Welkom M3D
Leg je pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Slide

Vandaag:
- Je kunt de woorden in samengestelde zinnen in de juiste volgorde zetten. 
- Je kunt vragen bij een tekst goed beantwoorden. 

Slide 2 - Slide

Test jezelf in stilte. Beantwoord de vragen in je schrift. 

1. Wat is een samengestelde zin?
2. Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
3. Welke voegwoorden horen bij de hoofdzin?
4. Op welke plek staat de persoonsvorm in de hoofdzin?
5. Op welke plek staat de persoonsvorm in de bijzin?
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Samengestelde zin: zin bestaat uit meer dan één zin. Er zijn meerdere persoonsvormen.

Hoofdzin: persoonsvorm op de tweede plek.
Bijzin: persoonsvorm aan het einde van de zin.

Ik bleef thuis, omdat het de hele dag hard regende.
Ik blijf nog even, want het is hier gezellig. 

Nevenschikkende voegwoorden (hoofdzin): en, maar, of, dus, want

 




Slide 4 - Slide

Welke zin is goed? Schrijf je antwoord in stilte op. 
1 a. Hij ging sporten, hoewel hij was moe.
b. Hij ging sporten, hoewel hij moe was.

2 a.  We zijn heel blij, want het is feest. 
b.  We zijn heel blij, want het feest is. 

3 a. Ik ga vroeg naar bed, omdat ik moet morgen op tijd naar school. 
b. Ik ga vroeg naar bed, omdat ik morgen op tijd naar school moet. 



timer
2:00

Slide 5 - Slide

teek
alert, alerter
tekenbeet 
melden
parasieten
relatief
advies
opgemerkt
onder de loep nemen

uiterlijk
ongemerkt 
zuigen
ziekteverwekkend
per definitie
in een later stadium
vinding




Vertaal de woorden of schrijf de betekenis op. 
timer
4:00

Slide 6 - Slide

Lees in stilte de tekst en onderstreep de signaalwoorden. 

Beantwoord de volgende vragen:
1. Wat is het tekstdoel?
2. Wat is het onderwerp van de tekst?
3. Wat is de hoofdgedachte?
4. Wat is de aanleiding voor het schrijven van de tekst?

timer
6:00

Slide 7 - Slide

Beantwoord de vragen in je schrift. Je mag fluisterend overleggen. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide