8.1: Conservatisme en politiek liberalisme

Tijd van Burgers en Stoommachines
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tijd van Burgers en Stoommachines

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van de tijd van Pruiken en Revolutie's?

Slide 2 - Mind map

Leg het begrip 'De Verlichting' uit

Slide 3 - Open question

Welke Verlichtingsidealen ken je nog?

Slide 4 - Open question

Verlichtingsidealen
Sociale verhoudingen

Natuurrechten

Volksoevereiniteit 




Slide 5 - Slide

Verandering
Deze ideeën zorgden ervoor dat er ideeën en gedachtes door de hoofden van de mensen gingen spoken

- Er moest verandering komen,
maar hoe moet het anders? 

Slide 6 - Slide

Wat denk jij dat er zou moeten veranderen voor de mensen?

Slide 7 - Open question

De 19e eeuw (1800-1900) 
In de loop van de 19e eeuw ontstonden er allemaal ideeën over hoe de samenleving georganiseerd zou moeten worden

Een idee over hoe de samenleving in elkaar zou moeten zitten noem je een '-isme'




Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De grote vraag 
Hebben de Verlichtingsidealen invloed gehad op de opkomst van de –ismen in de negentiende eeuw? 

???????????????????????????

Slide 10 - Slide

Maar toen gebeurde er iets...
Deze ideeën zorgden ervoor dat er ideeën en gedachtes door de hoofden van de mensen gingen spoken

Slide 11 - Slide

Het Congres van Wenen 1814-15

Revolutie -> Restauratie -> Revolutie

Slide 12 - Slide

Weet weet je nog van de
Franse revolutie?

Slide 13 - Mind map

Wat weet je nog van deze man?

Slide 14 - Mind map

Deze les 
Aan het eind van de les kan je: 
De invloeden die het conservatisme en het liberalisme hebben gehad op de staatsvorming van Europa aan de hand van het Congres van Wenen uitleggen

Slide 15 - Slide

4

Slide 16 - Video

01:42
Aan welke kant van de Franse revolutie vocht Napoleon?
A
De Revolutionairen
B
De monarchisten

Slide 17 - Quiz

01:42
Vond Napoleon de revolutie geslaagd?
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

03:22
Kan je een verandering noemen die Napoleon heeft doorgevoerd in de veroverde gebieden?

Slide 19 - Open question

04:36
Waar doet zo'n grote oorlog in Europa je aan denken?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

De Franse revolutie
vrijheid, gelijkheid, broederschap!


Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Sleep de stellingen naar de passende politieke stroming.
Conservatisme
Liberalisme
Vrijheden moeten vastgelegd worden in een grondwet.
De oude orde, met een koning, moet hersteld worden.
Burgers moeten inspraak hebben in het bestuur.
Rust en stabiliteit is belangrijk

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Slide

Het conservatisme is...
A
politiek maatschappelijke stroming die verschillen in macht wil behouden
B
politiek maatschappelijke stroming die voor vrijheid en gelijkheid is
C
stroming die wil dat kinderen niet meer in fabrieken werken
D
stroming die voor vrouwenemancipatie is

Slide 27 - Quiz

Het liberalisme is...
A
Een stroming die het milieu belangrijker vindt dan de economie 
B
Een stroming die luistert naar het volk, en met 'gemakkelijke' oplossingen problemen probeert op te lossen 
C
Een stroming die zoveel mogelijk gelijkheid wil.
D
Een stroming die streeft naar een zo groot mogelijke vrijheid

Slide 28 - Quiz

Wat past NIET bij het Congres van Wenen?
A
Restauratie
B
Verenigd Koninkrijk der Nederlanden
C
Frankrijk bedwingen
D
Overal ontstonden democratieën

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Ontstaan van het koninkrijk Nederland 


Open je classroom document en pak de filmvragen erbij 

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Aan wat dat we eerder behandeld hebben doet de Belgische Opstand je aan denken?

Slide 34 - Open question

de Restauratie
A
Dit woord zegt me niks
B
Ik herken het woord, maar weet de betekenis niet
C
Ik weet ongeveer wat dit woord betekent
D
Ik ken dit woord en kan de betekenis uitleggen of een voorbeeld geven.

Slide 35 - Quiz

Het Congres van Wenen
A
Dit woord zegt me niks
B
Ik herken het woord, maar weet de betekenis niet
C
Ik weet ongeveer wat dit woord betekent
D
Ik ken dit woord en kan de betekenis uitleggen of een voorbeeld geven.

Slide 36 - Quiz

Opdrachten maken 
4, 5, 6, 7 
Hoofdstuk 8.1
blz. 174

Slide 37 - Slide