Present perfect & past simple juiste versie

Present perfect & past simple

Theme 5
Stepping Stones


1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Present perfect & past simple

Theme 5
Stepping Stones


Slide 1 - Slide

Welcome!

- Grab your text book, Activity book B and notebook

Slide 2 - Slide

Goals
- Na deze les weet je het verschil tussen de present perfect & de past simple
- Weet je wanneer je de present perfect of de past simple moet gebruiken

Slide 3 - Slide

Your choice:
- Doe mee met grammatica uitleg (herhaling Present Perfect en Past Simple)
- Ga zelfstandig aan het werk aan opdrachten 3-7 op pagina 9 en/of 12+13 op pagina 14 en/of woordjes H5 leren.

Slide 4 - Slide

Let's get started
Write down:
- Wat heb je afgelopen weekend gedaan? (3 zinnen)
- Vertel hoe lang je al woont waar je nu woont (1 zin)

Slide 5 - Slide

Present perfect & past simple
Wat is het verschil tussen de zinnen die je net hebt opgeschreven?

Slide 6 - Slide

Hoe vorm je de present perfect?

Slide 7 - Open question

Present perfect
have/has + voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord:
1. regelmatig werkwoord + ed > I have worked
2. onregelmatig werkwoord 3e vorm > to go - went - gone
> I have gone
Check irr. verbs on page 163!

Slide 8 - Slide

Present perfect

Voorbeelden:
I have worked since 3 am.
She has been to London twice.
We have walked for 2 hours now.

Deze zinnen bevatten altijd een vorm van hebben + het tweede werkwoord is een voltooid deelwoord.

Slide 9 - Slide

Present perfect
Gebruik present perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. praten over ervaringen.
3. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Slide 10 - Slide

Past simple

Slide 11 - Slide

Hoe vorm je de past simple?

Slide 12 - Open question

Past simple
De past simple bestaat uit 1 werkwoord. Dit ww zet je in de verleden tijd.

2 manieren:
1. werkwoord + ed > worked
2. 2e vorm van het onregelmatig werkwoord > 
to go - went - gone

Slide 13 - Slide

Past simple

Wanneer gebruik je de past simple?
- iets is in het verleden gebeurd en is nu afgelopen.


Je kan de past simple herkennen aan woorden als:
last year, yesterday, in 2010.
Dit zijn tijdsbepalingen.

Slide 14 - Slide

Verschil present perfect en past simple


Wat is het verschil?
Bij de past simple is de actie in het verleden nu afgelopen.
Bij de present perfect is de actie nog bezig of is er nog een link met het heden.

Slide 15 - Slide

Verschil present perfect en past simple


Verklikwoorden:

Present perfect: already, for, since, how long.
Past simple: last year, yesterday, in 2010, an hour ago.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

I have been in Nottingham for a week.
present perfect / past simple?

Slide 18 - Open question

It was on offer last week.
present perfect/ past simple?

Slide 19 - Open question

Present perfect of past simple?
Volg deze stappen
1. Is het op dit moment aan de gang?
ja: present perfect - nee: ga naar vraag 2
2. Gaat het over ervaringen tot nu toe?
ja: present perfect - nee: ga naar vraag 3.
3. Is het resultaat van de actie nu merkbaar?
ja: present perfect - nee: past simple.

Slide 20 - Slide

Oefenen
Exercise 12 + 13 op p14 van je AB B.

Done? Make assignments 3 to 7 on page 9

Slide 21 - Slide

Wat vind ik nog moeilijk aan de present perfect en de past simple?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

Slide 24 - Link

Present perfect & past simple

Theme 5
Stepping Stones


Slide 25 - Slide