§1.1 klimaat en landschap deel 2

1.1 Klimaat en landschap deel 2
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.1 Klimaat en landschap deel 2

Slide 1 - Slide

Tip: Paragraaf 1.1 gaat over het klimaat en landschap van de VS. Vraag de leerlingen wat ze onder klimaat en landschap verstaan. 
Lesdoelen van deze les
  1. Wat betekent het begrip reliëf ?
  2. Hoe kan reliëf het klimaat beïnvloeden? Noem twee voorbeelden.
  3. Hoeveel graden daalt de temperatuur als je 1000m stijgt?
  4. Leg uit hoe stuwingsregen werkt en vertel ook welke gevolgen dit heeft voor de omringende gebieden

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Dwarsdoorsnede van de VS
Hoe kan reliëf (hoogteverschil) het klimaat beïnvloeden?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

3. Ten opzichte van een gebergte
  • Loefzijde: vochtige lucht
stijgt op, koelt af, brengt veel neerslag
  • Lijzijde: lucht daalt, warmt
op en het wordt droog

Regel: aan de loefzijde is het koud en nat, aan de lijzijde is het warm en droog

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

A
B
Verdamping
Opstuwing
Lucht daalt
Lucht warmt op
Lucht koelt af
wolken vormen
Regen
Warme lucht
Koude lucht over de top
Loefzijde
Lijzijde

6 graden /1000m

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Woestijn klimaat in de VS
  • Achter de Sierra Nevada en Coastal Ranges (gebergte)

  • Aanlandige wind brengt vochtige lucht, neerslag valt aan de westkant van de Sierra Nevada en de Coastal ranges waardoor het erg droog en heet wordt aan de oostkant
  • klimaatfactor: ten opzichte van gebergte.
  • BW klimaat


klimaatgrafief

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Steppe klimaat in de VS
  • In het midden/westen van de VS 

  • Hetzelfde als BW klimaat. Droog maar in de zomer wel neerslag door zuidoosten wind vanaf de Golf v M.

  • Great plains en de Centrale laagvlakte.
  • Klimaatfactor: Ten opzichte van een gebergte
  • BS klimaat

klimaatgrafief
Great plains: Het is een hoogvlakte waar de boeren er tarwe verbouwen: de wheatbelt. Ook graast er vee op uitgestrekte grasvlakten. Dat noem je extensieve veeteelt (weinig vee per hectare) 
Centrale laagvlakte: Naar het oosten toe wordt het natter en loopt het landschap langzaam af: dat is de Centrale Laagvlakte van zo’n 200 tot 500 m hoog (laagvlakte). Er wordt veel mais verbouwd: de cornbelt (corn = mais).

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

4. Hoogteligging

Regel: hoe hoger, hoe kouder.
Per 1000m daalt de temperatuur 6 graden.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hooggebergte klimaat in de VS
  • Rocky Mountains, Cascade Range, Sierra Nevada (1500m en hoger).

  • Veel neerslag, eeuwige sneeuw en gletsjers.

  • klimaatfactor: hoogteligging

  • EH klimaat
klimaatgrafief
  • Middelgebergte
  • Toppen tussen de 500 en de 1500 m
  • Oud gebergte, dit zie je door dat het afgeronde en minder hoge pieken zijn

  • Hooggebergte 
  • pieken tussen de 1500 en 4000m.
  • Jong gebergte, dit zie je doordat het scherpe en hoge pieken.
  • Je ziet hier eeuwige sneeuw op de toppen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions


BW

EH

BS

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

5. Invloed van wind of zeestromen


Wind uit koude gebieden (bijv. polaire lucht) of warme gebieden (bijv. rond de evenaar)

Koude zeestromen of warme zeestromen (bijv. de Golfstroom) 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Zeestromen
Warme zeestroom = Zeestroom die warm water van de evenaar naar hogere breedte voert.
Koude zeestroom = Zeestroom die koud water uit de poolgebieden naar lagere breedte voert.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Invloed wind en zeestromen in de VS

Minneapolis: invloed van koude poollucht in de winter

Los Angeles: koele zomers door koude zeestroom

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Wat: lees en maak §1.1 ‘Klimaat en landschap' opdracht 5 t/m 7

Wanneer: voor de volgende les af



timer
10:00

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelencheck van deze les
  1. Wat betekent het begrip reliëf ?
  2. Hoe kan reliëf het klimaat beïnvloeden? Noem twee voorbeelden.
  3. Hoeveel graden daalt de temperatuur als je 1000m stijgt?
  4. Leg uit hoe stuwingsregen werkt en vertel ook welke gevolgen dit heeft voor de omringende gebieden

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent het begrip reliëf?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Hoe kan reliëf het klimaat beïnvloeden? Noem twee voorbeelden.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel graden daalt de temperatuur als je 1000m stijgt?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Leg, aan de hand van een tekening, uit hoe stuwingsregen werkt

Slide 20 - Open question

This item has no instructions