02. Elektriciteit - lading, spanning en stroomsterkte

Hoofdstuk 5. Elektriciteit
2. Lading, spanning en stroomsterkte
3. Weerstand
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5. Elektriciteit
2. Lading, spanning en stroomsterkte
3. Weerstand

Slide 1 - Slide

Wat heb je nodig om een elektrische stroom te verkrijgen?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Welke elektrisch geladen
deeltjes verplaatsen zich?
A
elektronen
B
ionen

Slide 4 - Quiz

Welke elektrisch geladen
deeltjes verplaatsen zich?
A
elektronen
B
ionen

Slide 5 - Quiz

Welke elektrisch geladen
deeltjes verplaatsen zich?
A
elektronen
B
ionen

Slide 6 - Quiz

Welke elektrisch geladen
deeltjes verplaatsen zich?
A
elektronen
B
ionen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Welke figuur stelt 3 batterijen voor die parallel zijn geschakeld?
A
B

Slide 10 - Quiz

Hoe zijn deze mini-batterijen
geschakeld in de 9V batterij?
A
B

Slide 11 - Quiz

I
e-
-
+

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Geef een voorbeeld van een weerstand als verwarmingselement.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Hoe zijn deze weerstanden
geschakeld?
A
serie
B
parallel

Slide 25 - Quiz

Wat kan je zeggen over I?
A
overal gelijk
B
het grootste bij de grootste weerstand
C
het grootste bij de kleinste weerstand

Slide 26 - Quiz

Wat kan je zeggen over U
over de grootste R?
A
is gelijk aan de rest
B
het grootste bij de grootste weerstand
C
het kleinstebij de grootste weerstand

Slide 27 - Quiz

Wat gebeurt er als er 1
weerstand stuk is?
A
niets, blijft gewoon werken
B
er gaat nergens nog stroom door

Slide 28 - Quiz

Geef een voorbeeld van
zo een schakeling.

Slide 29 - Open question

Hoe zijn deze weerstanden
geschakeld?
A
serie
B
parallel

Slide 30 - Quiz

Wat kan je zeggen over I?
A
is overal gelijk
B
is verdeeld over de verschillende weerstanden

Slide 31 - Quiz

Wat kan je zeggen over U?
A
is overal gelijk
B
is verdeeld over de verschillende weerstanden

Slide 32 - Quiz

Wat kan je zeggen over I door
de grootste R?
A
is gelijk aan al de rest
B
door de grootste R gaat ook de grootste I
C
door de grootste R gaat de kleinste I

Slide 33 - Quiz

Wat gebeurt er als er een
weerstand stuk gaat?
A
niets, blijft gewoon werken
B
er gaat nergens nog stroom door

Slide 34 - Quiz

Geef een voorbeeld van
zo een schakeling.

Slide 35 - Open question