01. 7.1 vraag en aanbod (9-4)

H7 De arbeidsmarkt
§1: Vraag en aanbod
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.
1 / 38
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7 De arbeidsmarkt
§1: Vraag en aanbod
Ik heb klaar liggen: 
  • rekenmachine,
  • pen,
  • papier.

Slide 1 - Slide

Volgorde hoofdstuk 7
B
KGT
§ 1
§ 1
§ 2
§ 2
§ 3
§ 3
§ 4
§ 4
§ 5
§ 5
§ 6
9-4
15-4
16-4
22-4
23-4
13-5
Dinsdag 21 mei 
Toets hoofdstuk 7

Slide 2 - Slide

Volgorde hoofdstuk 8
B
KGT
§ 1
§ 1 + 2
§ 2
§ 3
§ 3
§ 4
§ 4
§ 5
§ 5
§ 6
Maandag 
Toets hoofdstuk 8

Slide 3 - Slide

Vandaag
Hoofdstuk 7 paragraaf 1
Vraagbokaal
Huiswerk

Slide 4 - Slide

Vraagbokaal
Einde les bedenk je een toetsvraag en die schrijf je op een papiertje (met antwoord). De beste vragen komen in de pot.
De volgende les start ik met een vraag uit de bokaal.

Slide 5 - Slide

Doel 7.1: 
B: Ik kan uitleggen wat de vraag naar arbeid is.
B: Ik kan uitleggen wat het aanbod van arbeid is.

KT: Ik weet hoe de vraag naar en het aanbod van arbeid ontstaan.
Schrijf mee in teams

Slide 6 - Slide

Personeel

arbeidsplaats --> betaalde baan

vacature --> een onbezette arbeidsplaats

werkgelegenheid --> alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen


WERKGELEGENHEID = VRAAG NAAR ARBEID

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Op zoek naar werk
Vacature: een baan waarvoor iemand wordt gezocht 

Solliciteren: een werkgever laten weten dat jij die baan graag wilt. 

Arbeidsmarkt: vraag naar werk en aanbod van werk komen samen. 
 - vraag naar werk: bedrijven hebben werknemers nodig. 
 - aanbod naar werk: mensen die werken of op zoek zijn naar werk. 

Slide 9 - Slide

Vacature

Als je op zoek bent naar werk, kan je reageren op een vacature. Dit noem je solliciteren.

Slide 10 - Slide

Arbeidsplaatsen
 Alle beschikbare betaalde banen bij elkaar zijn de arbeidsplaatsen
De arbeidsplaatsen zijn bezet of onbezet. Bij onbezet is er sprake van een vacature.

Werkgelegenheid = alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen                                                                bij elkaar. 

Slide 11 - Slide

Wat is een vacature?

A
openstaande arbeidsplaats
B
proeftijd
C
opzegtermijn
D
geschoold werk

Slide 12 - Quiz

Een arbeidsplaats die onbezet is wordt ook wel een ............ genoemd
A
Arbeidsplaats
B
Vacature
C
Bezette arbeidsplaats
D
Beroepsbevolking

Slide 13 - Quiz

Wie/wat horen er bij de werkgelegenheid?
A
Vacatures + werkenden
B
werklozen + werkenden
C
Vacatures + werklozen

Slide 14 - Quiz

Een kapsalon heeft 5 arbeidsplaatsen, waarvan er 1 onbezet is.
Wat is de werkgelegenheid?
A
1
B
4 (namelijk 5-1)
C
5
D
6 (namelijk (5+1)

Slide 15 - Quiz

Werkgelegenheid

Het aantal arbeidsplaatsen dat beschikbaar is bij bedrijven en de overheid = de vraag naar arbeid


De werkgelegenheid kan:

stijgen: door nieuwe bedrijven die starten of bedrijven die uitbreiden
dalen: door bedrijven die failliet gaan of bedrijven die inkrimpen


Slide 16 - Slide

Beroepsbevolking
Aanbod komt van de beroepsbevolking. 
Dat zijn alle mensen vanaf 15 jaar tot de pensioenleeftijd die werken of actief op zoek zijn naar een baan voor minimaal 12 uur in de week.

Slide 17 - Slide

Werklozen
Beroepsbevolking
Beroepsbevolking:
Alle mensen tussen 15 en pensioenleeftijd die werken of werkloos zijn!!
Werkzame   beroepsbevolking:
Het werkzame deel van de beroepsbevolking

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Arbeidsmarkt
Mensen die bij de beroepsbevolking horen hebben een betaalde baan of zijn op zoek naar een betaalde baan.  Deze mensen bieden hun arbeid aan. De beroepsbevolking is dus het aanbod van arbeid.
Arbeidsmarkt is het totaal van vraag en aanbod naar arbeid. 

Als de vraag naar arbeid groot is en het aanbod klein: er is een krappe arbeidsmarkt en weinig werkloosheid. 

Als de vraag naar arbeid klein is en het aanbod groot: er is een ruime arbeidsmarkt en veel werkloosheid.  
Bedrijven & overheid zijn op zoek naar personeel. Zij vragen arbeid.

Slide 20 - Slide

in welke leeftijdsgroep kun je tot de beroepsbevolking behoren
A
0- 20 jaar
B
15-45 jaar
C
15-67 jaar
D
67 jaar en ouder

Slide 21 - Quiz

De werkgelegenheid is ......
A
de vraag naar arbeid
B
het aanbod van arbeid

Slide 22 - Quiz

Wat is de beroepsbevolking?
A
Groep personen tussen 15 en 75
B
Groep personen tussen 15 en 65
C
Alle werkende en niet werkende mensen
D
geen van bovenstaande antwoorden

Slide 23 - Quiz

Wat gebeurt er met de werkgelegenheid wanneer een bedrijf failliet gaat?
A
Stijgt
B
Daalt

Slide 24 - Quiz

werknemer
werkgever
aanbod van arbeid
vraag naar arbeid

Slide 25 - Drag question

Sleep de woorden rechts naar de juiste plek
Post nl. hoeft geen nieuw personeel nodig .
Het bedrijf heeft geen
Sterker nog: Post nl onslaat mensen
De                                        neemt bij
PostNL af.  
De ontslagen werknemers horen, ook al
hebben ze geen werk meer, toch nog bij de                                        
De ontslagen werknemers gaan op zoek naar ander werk. 
 Zij bieden zich aan op de arbeidsmarkt en horen
daarom bij het
vacatures
vraag naar arbeid
aanbod van arbeid
beroepsbevolking

Slide 26 - Drag question

Alle bezette en onbezette arbeidsplaatsen bij elkaar opgeteld noem je de:
A
Arbeidsmarkt
B
Beroepsbevolking
C
Werkeloosheid
D
Werkgelegenheid

Slide 27 - Quiz

Rekenvaardigheden
Ik let er op dat ik:
  • Een berekening geef
  • De eenheid erbij zet: €
  • Een komma zet ipv een punt
  • 2 cijfers achter de komma zet
Rekentrainer B 6.1

Slide 28 - Slide


Antwoord lesdoel(en)

Slide 29 - Open question

Vraagbokaal
Bedenk een (toets)vraag en schrijf die op een papiertje 
(met antwoord). 
De beste vragen komen in de pot.
De volgende les start ik met een vraag uit de bokaal.

Slide 30 - Slide



B
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 1




KT
Leren en maken:
Hoofdstuk 7 paragraaf 1



Huiswerk 15 april

Slide 31 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 32 - Slide

Overige dia's

Slide 33 - Slide

film 15 minuten
De arbeidsmarkt

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Waaruit bestaat de beroepsbevolking?
A
Mensen die op zoek zijn naar een baan in de marktsector
B
Mensen die een baan hebben in de collectieve sector
C
Mensen die betaald werk hebben in de collectieve of marktsector
D
Mensen die betaald werk hebben of op zoek zijn naar een baan

Slide 36 - Quiz

Wat gebeurt er met de werkgelegenheid bij mechanisatie en automatisering?
A
Neemt toe
B
Neemt af
C
Blijft gelijk

Slide 37 - Quiz

Wat is een vacature
A
Een baan die niet beschikbaar is
B
Een waar die onbeschikbaar is
C
Een openstaande baan waar niemand voor gezocht wordt
D
Een openstaande baan waar iemand voor wordt gezocht.

Slide 38 - Quiz