Herhaling krachten deel 1

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NWE 2Secundair onderwijs

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Kracht is een ..(1).. die weergeeft op welke manier:

- er aan een voorwerp wordt getrokken (2)

- er aan een voorwerp wordt geduwd (3)
A
(1) eenheid (2) trekkracht (3) duwkracht
B
(1) eenheid (2) duwkracht (3) trekkracht
C
(1) grootheid (2) trekkracht (3) duwkracht
D
(1) grootheid (2) duwkracht (3) trekkracht

Slide 2 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
Een kracht kan je zien want je ziet dat er iets van vorm veranderd.
B
Een kracht kan je niet zien, maar de gevolgen ervan wel.
C
Een trekkracht kan je zien, een duwkracht niet.
D
Een kracht kan je zien, maar de gevolgen ervan kan je niet zien.

Slide 3 - Quiz

Wat kunnen de gevolgen zijn van een kracht?
A
een kleurverandering
B
een bewegings-verandering
C
een vormverandering
D
een stofomzetting

Slide 4 - Quiz

Hoe groter de kracht op het voorwerp, hoe ......
A
kleiner het effect ervan.
B
groter het effect ervan.

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Een kracht wordt uitgeoefend door een voorwerp op een voorwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Deze krachten beschrijven hoe op een voorwerp geduwd kan worden.
A
duwkracht
B
wrijvingskracht
C
trekkracht
D
zwaartekracht

Slide 8 - Quiz

Een trekkracht van een hemellichaam op een voorwerp.
A
duwkracht
B
wrijvingskracht
C
trekkkracht
D
zwaartekracht

Slide 9 - Quiz

Deze krachten beschrijven hoe aan een voorwerp getrokken kan worden.
A
duwkracht
B
wrijvingskracht
C
trekkkracht
D
zwaartekracht

Slide 10 - Quiz

Deze krachten beschrijven hoe aan een voorwerp getrokken kan worden.
A
duwkracht
B
wrijvingskracht
C
trekkkracht
D
zwaartekracht

Slide 11 - Quiz


Een voorwaartse kracht.
A
duwkracht
B
wrijvingskracht
C
trekkkracht
D
zwaartekracht

Slide 12 - Quiz


Een tegenwerkende kracht.
A
duwkracht
B
wrijvingskracht
C
trekkkracht
D
zwaartekracht

Slide 13 - Quiz


Voor deze kracht is er geen rechtstreeks contact nodig tussen de voorwerpen.
A
duwkracht
B
wrijvingskracht
C
trekkkracht
D
zwaartekracht

Slide 14 - Quiz

Voor deze krachten is er altijd een rechtstreeks contact nodig tussen de voorwerpen.
A
duwkracht
B
wrijvingskracht
C
trekkkracht
D
zwaartekracht

Slide 15 - Quiz