Stroming in de kunst van ongeveer eind van de 18e en het begin van de 19e eeuw, waarin opnieuw de vermeende puurheid van de klassieken werd nagestreefd. Men richtte zich daarbij met name op de (bouw)kunst van de oude Grieken en Romeinen. De barok in de 17de en de rococo (late barok) in de 18 eeuw stonden synoniem voor kerk en koningshuis. Het neoclassicisme bracht daar een 'rationeel' alternatief op. Er werd weer op een 'juiste' manier teruggegrepen naar de klassieke oudheid.