les 2 Zender, boodschap, ontvanger

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 1

Communicatie les 2

Zender, boodschap, ontvanger

Leerdoelen

Aan het eind van deze les weet je:

• wat de zender, boodschap en ontvanger is
• wat ruis is
  

Mondelinge communicatie

Zender 

Boodschap 

Ontvanger 

Geef aan wie de zender, de ontvanger en wat de boodschap is. 

    De docent legt Marit een lastige vraag uit.

    Pieter stuurt een sms’je naar een klasgenoot.

    Je staat bij de bushalte en leest de reisinformatie van de 

    busmaatschappij.

   

Zender

Boodschap

Ontvanger

Geef aan wie de zender, de ontvanger en wat de boodschap is.  

    De docent legt Marit een lastige vraag uit. 

    Pieter stuurt een sms’je naar een klasgenoot. 

    Je staat bij de bushalte en leest de reisinformatie van de  

    busmaatschappij.

Geef aan wie de zender, de ontvanger en wat de boodschap is. 

    De docent legt Marit een lastige vraag uit.

    Pieter stuurt een sms’je naar een klasgenoot.

    Je staat bij de bushalte en leest de reisinformatie van de 

    busmaatschappij.

   

Zender

Boodschap

Ontvanger

Marit

een lastige vraag

De docent

Pieter

een klasgenoot

een sms'je

Je

reisinformatie

busmaatschappij

Boodschap

Om een boodschap over te brengen, gebruik je vier onderdelen:

• de verbale communicatie (de woorden zoals je die opschrijft of uitspreekt); 
• de intonatie (de klemtoon en melodie); 
• de lichaamstaal (je houding en je gebaren); 
• je mimiek (je gezichtsuitdrukking)

Waar denk je aan bij
Ruis

RUIS

Miscommunicatie komt vaak door ruis in de boodschap

Aan de slag https://digitaal.boomonderwijs.nl/bbo/booksslag

lezen   4. zender, boodschap, ontvanger (blz. 5 en 6) 

               5. Ruis (blz. 7 en 8)

maken 4. Communicatieschema (blz 7)

                5. Ruis (blz. 8 en 9)