Ontwikkelingspsychologie les 4 / hechting

Ontwikkelingspsychologie

  



Les 3 – De ontwikkeling van de baby – ​hechting
1 / 28
next
Slide 1: Slide
maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Ontwikkelingspsychologie

  



Les 3 – De ontwikkeling van de baby – ​hechting

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud les 3:
  • ​Terugblik naar de vorige les​ / opdracht gezamenlijk
  • Hoe verloopt de hechting bij de baby?​
  • ​Veilige en onveilige hechting​
  • ​De hechtingstheorie van Bowlby





Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke 5 ontwikkelingsaspecten zijn er? Groepsopdracht van 20 minuten!

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

5 ontwikkelingsaspecten:

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is een reflex en noem twee voorbeelden?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Sociaal- emotionele ontwikkeling
Communiceert een baby al vanaf de eerste dag dat hij geboren is?



Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Sociaal- emotionele ontwikkeling
  • De baby communiceert vanaf dag 1
  • Eerste lachje vanaf week zes (niet doelgericht)
  • Eenkennigheid (maand 7) =) Zichtbaar gedrag is aanhankelijkheid en scheidingsangst
  • Ontbreken van het 'ik- gevoel'
  • Veilige hechting leidt tot het durven exploreren, het opbouwen van relaties en het ontwikkelen van eigenwaarde.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Maar wat is hechting eigenlijk?

Hechting is het intieme fysieke en emotionele contact tussen ouder en kind in de periode direct na de geboorte.

Hechting is van vitaal belang

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gehechtheidstheorie van Bowlby (1969)
Deze theorie heeft inzicht gegeven over:​
  • Het belang van hechting​
  • De verschillen in kwaliteit van de hechtingsrelatie​
  • De gevolgen daarvan.



Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vervolg ​
theorie van Bowlby

Kwaliteit van hechting wordt vooral zichtbaar in een situatie van stress, ​dus wanneer een kind onzeker, bang, zich niet ​lekker of ziek voelt. ​Het hechtingsgedrag wordt dan zichtbaar.




Zie filmpje;

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe hecht een baby ​
zichzelf?​
Baby’s hebben een natuurlijke neiging om te richten op sociale prikkels (natuurlijke neiging zich te hechten)​. Zie filmpje;


    - baby’s geven signalen​ (sensitiviteit)
    - ouders reageren hierop​ (responsiviteit) 
Zo ontstaat een band tussen ​de ouders en de baby.



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Bevorderende factoren
Sensitief: opvoeders zijn gevoelig voor de signalen (van stress, ongemak, onrust) die een baby geeft.​
Responsief: opvoeders reageren adequaat en snel op de signalen van hun baby.​

Door:​
Het voeden, het geven van geruststelling en warmte.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vervolg ​
bevorderende factoren

Hoe sensitiever en responsiever de opvoeder reageert, hoe meer basis veiligheid en basisvertrouwen het kind krijgt.

Filmpje;

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Experiment: ​
strange situation

Onderzoekers observeren hoe het kind reageert op een stressvolle situatie (onbekende ruimte, onbekende persoon, kortdurende scheiding van de ouder) ​
Fragment: secure, insecure , avoidment attachment in mothers babys

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Gevolgen van de kwaliteit van de hechtingsrelatie

  • Veilig gehecht​
  • Onveilig gehecht: ​

    - angstig vermijdend gehecht​
    - angstig afwerend ambivalent


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Veilig gehecht
  • Kan zich samen met de ouder makkelijk aanpassen in vreemde situatie en zal zich snel veilig genoeg voelen om te gaan spelen en op onderzoek uit te gaan (exploratiegedrag)
  • Ouder en kind hebben een zichtbaar positief gestemd in elkaars aanwezigheid​
  • Kind reageert met enig onrust en verdriet wanneer ouder weggaat, maar is niet ontroostbaar


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Een veilig gehecht kind:
  • Is gelukkig​
  • Is coöperatief (samenwerkend, meewerkend)​
  • Gaat op onderzoek uit​
  • Maakt contact met andere kinderen en volwassenen



Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Onveilige hechting
Ambivalent gehecht  -   Angstig, vermijdend gehecht


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Een onveilig gehecht kind
  • Is angstig ontwijkend of ambivalent ​(is een gespleten gevoel. Je wil iets, en je wil het tegelijkertijd ook niet)
  • Is opstandig​
  • Is niet coöperatief​ ( niet willen samenwerken, niet welwillend)
  • Is teruggetrokken​
  • Speelt liever alleen, of maakt op een negatieve manier contact​
  • Ontdekt niet de wereld om zich heen; ​nieuwe dingen zijn vaak beangstigend





Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Wat valt je op in het filmpje?
Veilige hechting of onveilig gehecht?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Waarom is een goede hechting belangrijk?

Een kind met een goed basisvertrouwen heeft de beste mogelijkheden om zich te ontwikkelen. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Tot volgende week!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

4 Hechtingstypen van Bowlby
A. Onveilig – Vermijdend gehechte kinderen (ongeveer 20%)​
    (zoekt geen toenadering uit angst voor afwijzing?
B. Veilig gehechte kinderen (ongeveer 60 tot 70%)​
    (exploratie en gehechtheidsgedrag zijn in evenwicht)
C. Onveilig – Afwerend (ambivalent) gehechte kinderen (ongeveer 10%)​
   (komt weinig tot exploratie en zoekt steeds de nabijheid van opvoeder)
D. Onveilig – Gedesorganiseerd gehecht (ongeveer 15%)
( kenmerken van hechtingstype A en C. Enerzijds zoeken zij toenadering tot de ouder, terwijl dat tegelijkertijd stress en angst oplevert)


Slide 28 - Slide

Type A: Onveilig-vermijdend gehechte kinderen. Deze kinderen hebben hun gehechtheid geminimaliseerd, omdat zij ervaren hebben dat de ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is. Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig.
Type B: Veilig gehechte kinderen. Bij deze kinderen is er een goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. Kinderen durven nieuwe taken aan te gaan, zijn angstig wanneer de ouder uit het zicht is en zoeken toenadering bij terugkomst, waarna ze weer verder durven te exploreren. Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk.
Type C: Onveilig-afwerend gehechte kinderen. Deze kinderen zoeken juist heel veel toenadering bij de opvoeder en zijn weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren. De afwezigheid van de opvoeder leidt tot angst terwijl de terugkeer van de ouder begroet wordt met boosheid en verontwaardiging. De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten.
Type D: Gedesorganiseerd gehechte kinderen. Bij deze kinderen is sprake van gedrag met kenmerken van hechtingstype A en C. Enerzijds zoeken zij toenadering tot de ouder, terwijl dat tegelijkertijd stress en angst oplevert. De omgang met de ouder is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar terwijl ook vaak sprake is van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen.