Zinsdelen oefenen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

Wat gaan we doen?

We gaan verder met 1.7 grammatica

Maar eerst: de zinsdelen oefenen...

Waarom gaan we die oefenen?

Ik begrijp de zinsdelen al helemaal. Ik weet precies hoe je ze kunt vinden.

010

Aan het einde van de les: 

• kunnen jullie zinsdelen vinden
• jullie kunnen de zinsdelen PV en O benoemen 

Wat zie je hier:
Jantje loopt op straat.
Op straat loopt Jantje.

De zinsdelen zijn van plek gewisseld!

Jantje reed op straat. 

Op straat reed Jantje. 

Wie weet nog nog hoe je de PV vindt? Want die heb je nodig om de zin te kunnen verdelen.

De persoonsvorm vind je door: 

1. de zin vragend te maken (de pv komt vooraan)
2. de zin in een andere tijd te zetten (de pv verandert)
3. de zin in meervoud of juist enkelvoud zetten (de pv verandert)

Wat is in deze zin de pv?

De auto reed gisteren op het fietspad. 

Nu kun je voor de pv steeds een andere deel van de zin zetten: Op het fietspad reed de auto gisteren. 

Gisteren reed de auto op het fietspad. 

Doe nu hetzelfde met de volgende zinnen

(in je schrift)

Jantje heeft een lekker ijsje gegeten. 

Pietje is verliefd op zijn buurmeisje.

De poes vindt zijn eten niet zo lekker.  

Uit hoeveel zinsdelen bestaan deze zinnen?

Hoeveel zinsdelen heeft de zin:
De drukke klas maakte de docent helemaal gek.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

En deze?
De lange jongen kuste het kleine meisje op het schoolplein.

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Hoe vind je het onderwerp
in een zin?

Het onderwerp vind je door: 

de vraag te stellen: 

wie/wat + pv?

Jantje loopt op straat. 

Wie + pv?

Wie loopt? Jantje. Hij is het onderwerp 

Wie doet er iets?

Wat is het onderwerp in deze zin:
Alle kinderen vinden de Nederlandse les de allerleukste les.

1. alle kinderen
2. vinden
3. de Nederlandse les
4. de leukste les

Alle kinderen vinden de Nederlandse les de leukste les. 

Stap 1. Zoek de pv

Vinden alle kinderen...

Stap 2. Wie/wat + pv

Wie vinden? Alle kinderen 

Het onderwerp is dus: alle kinderen 

Aan de slag!

Verder werken aan 1.7 grammatica. 

Klaar? 

Begin aan Test jezelf 1.7 

(Vraag wel eerst of ik even 

meekijk 

hoe je het hebt gedaan!)

Hoe vond je het vandaag gaan?

010

Als je nu weet dat ik dit onderdeel in de toets ga behandelen, hoe vind je dat dan?

😒🙁😐🙂😃

Wat heb je deze les
gedaan/geleerd?

Over welk onderdeel zou je
nog extra uitleg willen
krijgen?