werkwoordspelling

WERKWOORDSPELLING
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

WERKWOORDSPELLING

Slide 1 - Slide

Werkwoordspelling

Slide 2 - Slide

Aan de slag
Werkwoordspelling - Engelse werkwoorden
Werkwoordspelling - sterke of onregelmatige werkwoorden
Werkwoordspelling - bijvoeglijk gebruikte werkwoorden

Slide 3 - Slide

Engelse werkwoorden

Slide 4 - Slide

Onregelmatige werkwoorden

eten
at

Slide 5 - Slide

ging
gaan
timmerde
timmeren
sloopte
slopen
schreef
schrijven
wandelde
wandelen
liep
lopen
onregelmatige werkwoorden
regelmatige werkwoorden

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijk gebruikte werkwoorden



De bestelde boodschappen

Slide 7 - Slide

Bijvoeglijk gebruikte werkwoorden
Zegt iets over het zelfstandig naamwoorden

Het/ een gebouwd(e) huis
De/ een gebruikte handdoek

Slide 8 - Slide

Het je die (bestellen) boodschappen uitgepakt?
A
Bestelde
B
Bestelte
C
Besteld
D
Bestelt

Slide 9 - Quiz

Een fel (verlichten) beeldscherm doet altijd pijn aan mijn ogen.
A
Verlichtte
B
Verlichte
C
Verlicht

Slide 10 - Quiz