What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Bijvoeglijk naamwoord les 12/2
Chapitre 2
DEF
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Chapitre 2
DEF
Slide 1 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
swfes
La fille est petite
Le garçon est petit
Les filles sont petites
Wat betekent het woord
petit
?
Hoe wordt dit woord in de 3 zinnetjes vertaald?
Slide 2 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Mon frère est
grand
Mijn broer is groot
past zich in het Frans aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort
Slide 3 - Slide
Hoe past het bijv. naamwoord zich aan? Oef 16
Slide 4 - Slide
Een paar voorbeelden...
Slide 5 - Slide
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets
Slide 6 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra e
C
es erbij
D
s erbij
Slide 7 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e
Slide 8 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e
Slide 9 - Quiz
Kies het juiste antwoord:
Léa est une fille _____ (blond)
A
blonde
B
blond
Slide 10 - Quiz
Maak de zin goed af:
Léa et Anna sont ___ (petit)
Slide 11 - Open question
Kies het juiste antwoord:
La maison est très _______ (grand)
A
grande
B
grand
Slide 12 - Quiz
Maak de zin goed af:
C'est un film ___ (difficile)
Slide 13 - Open question
Maak de zin goed af:
Les garçons sont _____(petit)
Slide 14 - Open question
Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn
onregelmatig!
Daarbij gelden NIET de regels die je net hebt gezien.
Het gaat om de volgende bijvoeglijke naamwoorden:
bon (goed, lekker)
beau (mooi)
nouveau (nieuw)
vieux (oud)
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?
Paris est une belle ville
A
Paris
B
belle
C
ville
D
une
Slide 17 - Quiz
Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?
C'est une chanson française
A
une
B
c'est
C
chanson
D
française
Slide 18 - Quiz
Welk woord in de zin is een bijvoeglijk naamwoord?
C'est une famille formidable.
A
C'est
B
une
C
famille
D
formidable
Slide 19 - Quiz
More lessons like this
lidwoorden/ geslacht zelfstandige naamwoorden
July 2025
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Bezittelijk voornaamwoord Frans
December 2022
- Lesson with
9 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Kerstquiz 2023 - frans
December 2024
- Lesson with
22 slides
by
Quiz!
Frans
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Quiz!
Kerstquiz 2023 - frans
December 2024
- Lesson with
22 slides
by
Quiz!
Frans
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Quiz!
Groep 4 | taal | werkwoorden
August 2025
- Lesson with
24 slides
by
TisTaal by Dutchily E.E.
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.
woordenboek
June 2022
- Lesson with
49 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
Groep 4 | taal | werkwoorden
June 2025
- Lesson with
24 slides
by
TisTaal by Dutchily E.E.
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.