CH2 bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
  • swfes
La fille est petite
Le garçon est petit
Les filles sont petites
Wat betekent het woord petit?
Wat valt je op?

Slide 2 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord

zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Mon frère est grand           Mijn broer is groot





past zich in het Frans aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Slide 3 - Slide

Hoe past het bijv. naamwoord zich aan? 

Slide 4 - Slide

BIjvoeglijk naamwoord 

Slide 5 - Slide

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets

Slide 6 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra e
C
es erbij
D
s erbij

Slide 7 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e

Slide 8 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
Léa est une fille _____ (blond)
A
blonde
B
blond

Slide 10 - Quiz

Maak de zin goed af:
Léa et Anna sont ___ (petit)

Slide 11 - Open question

Kies het juiste antwoord:
La maison est très _______ (grand)
A
grande
B
grand

Slide 12 - Quiz

Maak de zin goed af:
C'est une famille___ (français)

Slide 13 - Open question

Maak de zin goed af:
Les garçons sont _____(petit)

Slide 14 - Open question

         Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig!
 Daarbij gelden NIET de regels die je net hebt gezien.






Het gaat om de volgende bijvoeglijke naamwoorden:
  • bon          (goed, lekker)
  • beau        (mooi)
  • nouveau (nieuw)
  • vieux        (oud)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?

Paris est une belle ville
A
Paris
B
belle
C
ville
D
une

Slide 17 - Quiz

Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?

C'est une chanson française
A
une
B
c'est
C
chanson
D
française

Slide 18 - Quiz

Welk woord in de zin is een bijvoeglijk naamwoord?
C'est une famille formidable.
A
C'est
B
une
C
famille
D
formidable

Slide 19 - Quiz

Welke zin is grammaticaal correct?
A
J'ai une copine français.
B
Mon père a un vélo grises.
C
Nous avons une grands maison.
D
Elle a une petite soeur.

Slide 20 - Quiz

Zet het bijvoeglijk naamwoord "nouveau" in de juiste vorm:
J'ai une ________ copine.

Slide 21 - Open question

exercice bijv. nw
https://wordwall.net/resource/21700585

Slide 22 - Slide

exercice nombres 1-70
https://wordwall.net/fr/resource/438522

Slide 23 - Slide

spel over maanden van het jaar
https://wordwall.net/resource/9766818

Slide 24 - Slide

spel avoir/hebben
https://wordwall.net/nl/resource/9114907

Slide 25 - Slide

spel être/zijn
https://wordwall.net/nl/resource/52725106

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide