Geluid: frequentie en toonhoogte

Wat maakt een geluid hoog of juist laag?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat maakt een geluid hoog of juist laag?

Slide 1 - Slide

Een hoger geluid heeft een ......
trilling dan een lager geluid.
A
Hardere
B
Zachtere
C
Snellere
D
Langzamere

Slide 2 - Quiz

Geluid: Grootheden en eenheden
Grootheid (eigenschap)
Eenheid
(waarin je het meet)
Trillingstijd (T)
seconde
Frequentie (f)
Hertz (Hz)
<trillingen per seconde>

Slide 3 - Slide

Stel je voor:
Een trilling duurt 1 seconde (Trillingstijd).
Wat is dan het aantal trillingen dat in 1 seconde past? (frequentie)

Slide 4 - Open question

Een trilling duurt 2 seconde (Trillingstijd).
Wat is dan het aantal trillingen dat in 1 seconde past? (frequentie)
A
0,5 trillingen
B
1 hele trilling
C
2 hele trillingen

Slide 5 - Quiz

Een trilling duurt 0,5 seconde (Trillingstijd).
Wat is dan het aantal trillingen dat in 1 seconde past? (frequentie)
A
0,5 trillingen
B
1 hele trilling
C
2 hele trillingen

Slide 6 - Quiz

T (trillingstijd) is 0,25 seconde.
Bereken de frequentie (Hertz) van deze trilling.
A
0,25 Hz
B
1 Hz
C
4 Hz

Slide 7 - Quiz

Trillingstijd en frequentie
Trillingstijd (seconde)
Frequentie (Hz)
1 seconde
1 Hertz
2 seconde
0,5 Hertz
0,5 seconde
2 Hertz
0,25 seconde
4 Hertz

Slide 8 - Slide

Wat valt je op aan de verhouding tussen frequentie en trillingstijd?
A
Hoe kleiner de trillingstijd, hoe groter de frequentie
B
Hoe kleiner de trillingstijd, hoe kleiner de frequentie
C
Hoe groter de trillingstijd, hoe kleiner de frequentie
D
Frequentie * Trillingstijd = 1

Slide 9 - Quiz

Naar een 'formule'
Trillingstijd * frequentie = 1

Anders opgeschreven:
frequentie (Hz) = 1: Trillingstijd (seconde)
of:
f = 1/T


Slide 10 - Slide

Een hoger geluid heeft een ......
frequentie dan een lager geluid.
A
hogere
B
lagere

Slide 11 - Quiz