9.3 Hoge en lage Tonen

§.3 Hoge en Lage Tonen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

§.3 Hoge en Lage Tonen
Benodigheden
- Schrift
- Pen, potlood
- Laptop
LessonUp: 
JA!
Telefoons in de telefoontas!

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 9.3
12. Ik weet wat het verschil is tussen een hoge toon en een lage toon
13. Ik weet wat frequentie is en in welke eenheid dit wordt gemeten
16. Ik kan uitleggen hoe je de toonhoogte kunt veranderen
17. Ik weet wat het gehoorbereik is.
18. Ik weet wat de onderste en bovenste gehoorgrens van een mens is.
19. Ik weet wat de gehoordrempel is.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

FREQUENTIE
Het aantal trillingen in één seconde noemen we frequentie

Hoe lager de frequentie, hoe lager de toon
Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon

De eenheid van frequentie is HERTZ, afkorting Hz

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke geluiden hoor je?
  • Onderste gehoorgrens: laagste toon die je kan horen als mens: 20 Hertz
  • Bovenste gehoorgrens: hoogste toon die je kan horen als mens: 20000 Hertz.
  • Gebied tussen de onderste en bovenste gehoorgrens heet: gehoorbereik

Slide 9 - Slide

gehoordrempel:

Geeft aan Hoe hard geluid moet zijn om te horen


Slide 10 - Slide

GEHOOR-BEREIK
De laagste toon die mensen kunnen horen is 20Hz
Dit noemen we de onderste gehoor-grens

De hoogste toon die mensen kunnen horen is 20.000Hz
Dit noemen we de bovenste gehoor-grens

Als je ouder wordt ga je hoge tonen steeds minder horen, dus je bovenste gehoorgrens wordt dan lager. De onderste gehoorgrens verandert niet veel.




Slide 11 - Slide

Maken (BB)
§2 afmaken 

Daarna nakijken (online)

Maken (KB)
§3 maken

Daarna nakijken (online)

timer
20:00
Zelfstandig werken.
Heb je vragen? Check je boek eerst.
Na de timer bespreken we vragen.

Slide 12 - Slide

Frequentie
frequentie van een toon is het aantal trillingen in 1 seconde

symbool van frequentie = f
eenheid van frequentie = hertz (afkorting is Hz)

formule                                           
f=T1
frequentie=Trillingstijd1

Slide 13 - Slide

voorbeeld
als de frequentie  500 Hz is
dan zijn er 500 trillingen in 1 seconde
1 trilling duurt dan 1/500 seconde

de Trillingstijd is 0,002 s. 





Slide 14 - Slide

voorbeeld
  • een muziekinstrument geeft een toon met een trillingstijd van 0,0025 seconde. Bereken de frequentie.
  • 1 / 0,0025 = 400 Hz
  • een muziekinstrument geeft een toon van 500 Hz. Bereken de trillingstijd in seconde
  • 1/500 = 0,002 s

Slide 15 - Slide

de trillingstijd is 100 ms.
wat is de frequentie?
A
0,1 Hz
B
1 Hz
C
10 Hz
D
100 Hz

Slide 16 - Quiz

de trillingstijd is 0.01 seconde.
wat is de frequentie?
A
0,1 Hz
B
1 Hz
C
10 Hz
D
100 Hz

Slide 17 - Quiz

de frequentie is 250 Hz.
wat is de trillingstijd?
A
0,004 s
B
250 s
C
0,25 s
D
0,025 s

Slide 18 - Quiz

de frequentie is 400 Hz
wat is de trillingstijd?
A
2,5 ms
B
25 ms
C
0,25 ms
D
0,0025 ms

Slide 19 - Quiz

Bereken de frequentie

Slide 20 - Open question

de eenheid van frequentie is...
A
milliseconde
B
amplitude
C
hertz
D
trillingstijd

Slide 21 - Quiz

Als de frequentie 440 Hz, dan is de trillingstijd?
A
0,00227 seconde
B
0,0227 seconde
C
0,000227 seconde
D
0,227 seconde

Slide 22 - Quiz

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 23 - Quiz

Als de frequentie 400 Hz, dan is de trillingstijd?
A
0,0025 seconde
B
0,025 seconde
C
0,00025 seconde
D
0,25 seconde

Slide 24 - Quiz

Frequentie
  • Hoge toon = hoge frequentie
  • Lage toon = lage frequentie
  • Frequentie is het aantal trillingen in 1 seconde
  • Grootheid: frequentie (f)
  • Eenheid: hertz (Hz)

  • 100 Hz = 100 trillingen per 1 seconde

Slide 25 - Slide