§ 5.1 Handel en de opkomst van steden

5.1 Handel en de opkomst van steden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5.1 Handel en de opkomst van steden

Slide 1 - Slide

Programma
  1. Check leerdoelen vorige les (Leerdoel 1 en 2)
  2. Huiswerk bespreken: hoe beantwoord je een vraag?
  3. Leerdoel 3 en 4
  4. Aan de slag
  5. Check leerdoel 3 en 4

Slide 2 - Slide

1. Ik kan twee oorzaken noemen voor het ontstaan van steden in Noordwest Europa én één gevolg van de verbeterde landbouwtechnieken.

Slide 3 - Slide

Door het drieslagstelsel...
A
Bleef een groter deel van het land braak liggen
B
Nam de opbrengst toe van 1/2 naar 2/3
C
Raakte de grond minder snel uitgeput
D
Nam de opbrengst toe van 1/3 naar 1/2

Slide 4 - Quiz

Steden ontstaan als gevolg van landbouwvernieuwingen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

2. Ik kan uitleggen hoe er een geldeconomie ontstond.

Slide 6 - Slide

In een geldeconomie
A
betalen mensen hun pacht in graan en eieren.
B
brengen boeren een steeds groter deel van hun oogst naar de markt.
C
maken mensen hun spullen zoveel mogelijk zelf.
D
ruilen boeren een deel van hun oogst voor geld.

Slide 7 - Quiz

H5. Steden, staten en de kerk
5.1 Opkomst steden 
1. Ik kan twee oorzaken noemen voor het ontstaan van steden in Noordwest Europa én één  gevolg van de verbeterde landbouwtechnieken(70)







2. Ik kan uitleggen  hoe er een geldeconomie ontstond. (71)




Begrippen, jaartallen en historische personen

 5 regels van 5.1
  • 1. Er werden nieuwe ontdekking gedaan met betrekking tot landouw: het drieslagstelsel werd uitgevonden en de Halsjuk. 
  • 2. Kloosters en domeinheren lieten woeste gronden ontginnen om deze geschikt te maken voor landbouw. 
  • Gevolg van deze landbouwverbeteringen: stijging van landbouwopbrengsten zorgden voor bevolkingsgroei en overschotten die verhandelt konden worden. 
  • Overschotten werden verhandeld op markten, en steeds meer mensen kwamen hier rondom wonen.


  • Eerst ruilhandel, dit was alleen onhandig. Producten konden immer bederven, én je moest veel producten meenemen die niet altijd geruild konden worden. 
  • Daarom  gebruikten domeinheren en boeren munten. 
  • Elke stad had zijn of haar eigen munt. 
  • Deze munten dienden geruild te worden bij een bank door middel van wisselbrieven. 

Slide 8 - Slide

Bespreken huiswerk (vraag 10)

Slide 9 - Slide

Leerdoel 3 en 4
3. Ik kan uitleggen aan de hand van een voorbeeld van een middeleeuws netwerk tussen handelssteden waarom samenwerking voordelig was.
4. Ik kan uitleggen hoe de Europese cultuur in Europa zich in de late middeleeuwen ontwikkelden

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

H5. Steden, staten en de kerk
5.1 Opkomst steden 
3. Ik kan uitleggen aan de hand van een voorbeeld van een middeleeuws netwerk tussen handelsteden waarom samenwerking voordelig was.










4. Ik kan uitleggen hoe de Europese cultuur in Europa zich in de late middeleeuwen ontwikkelden

Begrippen, jaartallen en historische personen

 5 regels van 5.1

Slide 12 - Slide

Lees nu in stilte:
Vanaf blz 71 Handelsnetwerken en Kerken en stadhuizen

Slide 13 - Slide

H5. Steden, staten en de kerk
5.1 Opkomst steden 
3. Ik kan uitleggen aan de hand van een voorbeeld van een middeleeuws netwerk tussen handelsteden waarom samenwerking voordelig was.










4. Ik kan uitleggen hoe de Europese cultuur in Europa zich in de late middeleeuwen ontwikkelden

Begrippen, jaartallen en historische personen

 5 regels van 5.1
Er ontstonden netwerken tussen Noordwest-Europese steden door middel van handel, dit wordt de Hanze genoemd. 
Voorbeelden van Hanze waren: 
  • De steden langs de Noordzee en de Oostzee voor hout, huiden, en graan. 
  • In Engeland kocht men linnen en wol;
  • Nederlandse steden zoals: Deventer, Zwolle, Zutphen en Kampen waren lid van Hanze.  
  • Voordelig om lid te zijn van Hanze omdat: 
  • Samen varen bood meer bescherming tegen piraterij, 
  • Minder tol betalen als je lid was, 

  • 11e eeuw Romaanse stijl van kerkbouw: 
  • kenmerken waren dikke muren, ronde bogen en kleine vensters 
  • 13e eeuw werd de bouwstijl gotiek de nieuwe bouwstijl: 
  • kenmerken waren: 
  • Dunne muren, grote ramen, en spitse vormen aan de bovenzijde
  • Muziek en kunst werden uitbundiger 

Slide 14 - Slide

Wat is de Hanze?
A
Samenwerking tussen handelssteden.
B
Een middeleeuwse stad
C
Samenwerking tussen heren.
D
Vaarroute

Slide 15 - Quiz

Wat is gotiek?
A
Een bouwstijl met ronde vormen en dikke muren
B
Een bouwstijl met veel torens, ramen en versiersels
C
Een volk uit Scandinavië dat plunderde
D
Oude spullen die je op een rommelmarkt koopt

Slide 16 - Quiz