H2 Verbranding

Deel 10 H2 Verbranding
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Middelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deel 10 H2 Verbranding

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kent de samenstelling van gewone en uitgeademde lucht.
  • Je kunt de formule van verbranding noteren en uitleggen wat er bij verbranding met de stoffen en energie gebeurt.
  • Je kunt uitleggen hoe de verschillende orgaanstelsels samenwerken bij bewegen en dit in een schema weergeven.
  • Je kunt uitleggen op welke manier elk van deze orgaanstelsels met verbranding te maken heeft.
  • Je kunt noemen waar in ons lichaam verbranding plaatsvindt.

Slide 2 - Slide

Eerst even herhalen

Slide 3 - Slide

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie, noem je ...
A
Organen
B
Orgaanstelsels
C
Weefsels
D
Cellen

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste volgorde van groot naar klein?
A
orgaanstelsel-cel-orgaan-mens
B
cel-orgaan-mens-orgaanstelsel
C
mens-orgaanstelsel-orgaan-cel
D
orgaan-orgaanstelsel-cel-mens

Slide 5 - Quiz

Een weefsel is een groep ...
met dezelfde bouw en dezelfde functie(s).
A
Cellen
B
Organen
C
Orgaanstelsels

Slide 6 - Quiz

Van groot
naar klein:
A
orgaan, organisme, orgaanstelsel, weefsel, cel
B
organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel
C
cel, weefsel, orgaan, orgaanstelsel, organisme
D
cel, orgaan, weefsel, orgaanstelsel, organisme

Slide 7 - Quiz


De maag hoort bij
A
het bottenstelsel
B
het zenuwstelsel
C
het bloedvatenstelsel
D
het verteringsstelsel

Slide 8 - Quiz


Welk orgaanstelsel wordt
hier weergegeven?
A
Beenderstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 9 - Quiz

Welk organenstelsel is dit?
A
bloedvatenstelsel
B
verteringsstelsel
C
uitscheidingsstelsel
D
riool

Slide 10 - Quiz


Dit is een voorbeeld van
A
ademhalingsstelsel
B
beenderenstelsel
C
uitscheidingsstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 11 - Quiz

Er bestaan 5 orgaanstelsels?
A
Dat is juist
B
Dat is onjuist, het zijn er minder
C
Dat is onjuist, het zijn er meer

Slide 12 - Quiz

H2 Verbranding 

Slide 13 - Slide

Ingeademde lucht

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Verbranding van een kaars
Energie = licht en warmte

Slide 16 - Slide

Verbranding in je cellen
verbranding = de afbraak van glucose in cellen

Slide 17 - Slide

Verbranding 
  • Verbranding vindt plaats in de cellen van organismen. 
  • Verbranding vindt dag en nacht plaats. 
  • Glucose en zuurstof worden gebruikt en koolstofdioxide, water en energie worden gevormd. 
  • Energie is nodig voor: Groei, Voortplanting, Beweging, Warm blijven

Slide 18 - Slide

Hoe komen je cellen aan energie?
Drie orgaanstelsels zijn actief:
  1. Verteringsstelsel: haalt glucose uit eten
  2. Ademhalingsstelsel: haalt zuurstof uit de lucht
  3. Bloedvatenstelsel: brengt glucose en zuurstof bij de spieren

In de spieren wordt glucose en zuurstof omgezet in energie, koolstofdioxide en water. Dit noemen we verbranding.
Bekijk ook de filmpjes op blz 25 in je iBook. 

Slide 19 - Slide

Verbrandingsproduct aantonen
CO2 = koolstofdioxide 
Aantonen met kalkwater (indicator)

Bekijk ook het filmpje op blz 23 in je iBook. 


Slide 20 - Slide

Indicator
Je kunt koolstofioxide niet ruiken en niet zien. Als je dit gas wilt aantonen kun je gebruik maken van een indicator.
Een indicator is een stof waarmee je een andere stof kunt aantonen.

Helder kalkwater is een indicator voor koolstofdioxide. Kalkwater is water met opgelost kalk. Wanneer kalkwater samenkomt met koolstofdioxide wordt het water troebel.
Koolstofdioxide is een gas in de lucht.  Je kunt het niet zien en niet ruiken.
Helder kalkwater

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Begrijp je wat verbranding is en hoe belangrijk verbranding is in ons lichaam en elders in de natuur?

Slide 23 - Slide

Leerdoelen
  • Je kent de samenstelling van gewone en uitgeademde lucht.
  • Je kunt de formule van verbranding noteren en uitleggen wat er bij verbranding met de stoffen en energie gebeurt.
  • Je kunt uitleggen hoe de verschillende orgaanstelsels samenwerken bij bewegen en dit in een schema weergeven.
  • Je kunt uitleggen op welke manier elk van deze orgaanstelsels met verbranding te maken heeft.
  • Je kunt noemen waar in ons lichaam verbranding plaatsvindt.

Slide 24 - Slide

Vragen

Slide 25 - Slide

Aan de slag
Huiswerk voor maandag 
lr H2 verbranding iBook 10 
mk vragen in LessonUp 

Slide 26 - Slide

Welke lucht is warmer?
A
Uitgeademde lucht
B
Ingeademde lucht?

Slide 27 - Quiz

energie
brandstof
zuurstof
verbrandingsproducten

Slide 28 - Drag question

Kalkwater is een indicator.

A
ja
B
nee

Slide 29 - Quiz

Koolstofdioxide kun je aantonen door:
A
Helder kalkwater wordt troebel
B
Troebel kalkwater wordt helder
C
Wit kopersulfaat wordt blauw
D
Blauw kopersulfaat wordt wit

Slide 30 - Quiz

Wanneer vindt verbranding plaats bij een mens/dier?
A
Altijd
B
Alleen als je sport
C
Als je slaapt
D
Als je net hebt gegeten

Slide 31 - Quiz

Bij verbranding ontstaat:
A
Zuurstof
B
Stikstof
C
Koolstofdioxide
D
Vuur

Slide 32 - Quiz

Vindt verbranding alleen in je spieren plaats?

A
nee
B
ja

Slide 33 - Quiz

Wat zijn verbrandingsproducten?


A
Stoffen die nodig zijn voor een verbranding.
B
Stoffen die ontstaan bij verbranding.
C
Stoffen die worden gebruikt bij een verbranding.

Slide 34 - Quiz