Ethiek week 5

1 / 16
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat is het utilisme?
A
Je moet doen wat goed voelt.
B
Je moet altijd de regels volgen, zelfs als dat ongelukkig maakt.
C
Doen wat het meeste geluk oplevert voor de meeste mensen.
D
Alleen aan je eigen geluk denken, je hoeft niet na te denken over anderen.

Slide 4 - Quiz

Wat is de plichtsethiek?
A
Handelen volgens vaste morele regels, ongeacht de gevolgen.
B
Kiezen voor wat het meeste geluk oplevert.
C
Doen wat het beste is voor jezelf.
D
Alleen goed zijn voor mensen die je kent.

Slide 5 - Quiz

Wanneer vond de Tweede Wereldoorlog plaats?
A
1870-1890
B
1914-1918
C
1939-1945
D
1960-1965

Slide 6 - Quiz

Wat betekende het dat mensen in verzet gingen tijdens WOII?
A
Ze steunden de bezetters en werkten met hen samen.
B
Ze verlieten het land om ergens anders een nieuw leven op te bouwen.
C
Ze probeerden zo onopvallend mogelijk te leven om geen problemen te krijgen.
D
Ze deden niet mee met de Duitsers, bijvoorbeeld door onderduikers te helpen of sabotage te plegen.

Slide 7 - Quiz

Hoe oud was de jongste verzetsstrijder in Nederland?
030

Slide 8 - Poll

Slide 9 - Slide

0

Slide 10 - Video

Wat vind je van de actie van de zusjes?

Slide 11 - Open question

Stel je voor dat jij in de tijd van Freddie Overstegen had geleefd. Zou je zelf in het verzet zijn gegaan? Waarom wel of niet?
Ik zou in het verzet zijn gegaan, omdat ik het belangrijk vind om anderen te helpen, zelfs als dat gevaarlijk is.
Ik zou in het verzet zijn gegaan, maar alleen als ik zeker wist dat mijn familie veilig was.
Ik zou niet in het verzet zijn gegaan, omdat ik bang zou zijn voor de gevolgen voor mezelf en mijn familie.
Ik zou in het verzet zijn gegaan, maar alleen als ik het gevoel had dat ik veel zou kunnen veranderen.

Slide 12 - Poll

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat is een deugd?
A
Een goede daad
B
Een goede bedoeling
C
Een goede morele regel
D
Een goede eigenschap

Slide 15 - Quiz

Dapperheid is een voorbeeld van een deugd. Noem een ander voorbeeld van een deugd.

Slide 16 - Open question